4 reserveren en 5 geld tekort

Planning
  • Voorstellen
  • Huiswerk paragraaf 3.4 bespreken 
  • Korte uitleg paragraaf 3.5
  • Individueel aan de slag met het huiswerk
  • Nabespreking
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
  • Voorstellen
  • Huiswerk paragraaf 3.4 bespreken 
  • Korte uitleg paragraaf 3.5
  • Individueel aan de slag met het huiswerk
  • Nabespreking

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken 
Wesley heeft een nieuwe laptop gekocht voor € 680 
  • Verklaar waarom een laptop een duurzaam consumptiegoed is
  • De laptop die Wesley wil gaan kopen, zal over 4 jaar 10% duurder zijn. Hoe duur zal de laptop over 4 jaar zijn.
  • Vanuit vraag 2A wil Wesley graag weten hoeveel hij 2 jaar lang elke maand op zij moet leggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Formule reserveren=  Bedrag wat je nodig hebt delen door de tijd die je ervoor hebt.
Bijvoorbeeld: 680/48= €14,17 per maand
Laptop kostte na 4 jaar €748, hiervoor wilde je 4 jaar lang elke maand een bedrag voor gaan sparen.
748/48= €15,58

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8
A: Welk bedrag moet Cliff twee jaar lang op zij leggen voor die speedboot?
Vervangingsprijs-restwaarde-gespaarde bedrag/ tijd die hij ervoor heeft.
8000-2000=6000
6000/24=€250

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8
B: Welk bedrag moet maandelijks Cliff reserveren als de prijzen met 8% stijgen.
8000*1.08= € 8640
€ 8640-2000= € 6640
€ 6640/24= € 276.67

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3.5 Geld te kort
Probleem met financieren
Budget/inkomen onvoldoende
Uitgave te groot


Hoe ontstaat nou zo'n te kort?





Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn nog meer oorzaken voor een geld tekort?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Oplossingen
  • Uitgaven uitstellen
  • Voor een goedkoper alternatief gaan
  • Sparen
  • Meer werken/inkomsten
  • Geld lenen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom is geld lenen eigenlijk niet verstandig/ de laatste mogelijke optie?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

NIBUD
Nibud = Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting


Taken
  1. Onderzoek naar inkomsten en uitgaven van mensen     
  2. Advies geven over omgaan met geld 
  3. Advies over het maken van een overzicht van inkomsten en uitgaven. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nibud: soorten uitgaven
  1. Dagelijkse uitgaven
  2. Vaste lasten
  3. Incidentele uitgaven
Dagelijkse uitgaven:
de gewone uitgaven die je betaald van het huishoudgeld (bijv. eten, drinken, persoonlijke verzorging)
Vaste lasten:
de uitgaven die iedere maand of kwartaal terugkomen (bijv. rekening voor gas en elektriciteit, woonlasten, verzekeringen, contributies en abonnementen)
Incidentele uitgaven:
uitgaven die je niet zo vaak doet of die niet regelmatig zijn (kleding, meubels, vakantie, reparaties)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Op welke soort uitgaven kan je makkelijk bezuinigen?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Jullie krijgen 15 minuten de tijd om een begin te maken met het huiswerk.
De opdrachten van 3.5 is het huiswerk, die staan op BLZ 96 t/m 99. Lees hierbij de tekst op pagina 97 goed!!!

timer
15:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Jan wil over een anderhalf jaar een nieuwe wasmachine kopen voor €600. Hij kan oude onderdelen verkopen voor €120. Hoeveel moet hij per maand reserveren?

Slide 18 - Open question

(€600 - €120) / 18 maanden = €26,67 per maand reserveren
Je hebt een auto, aanschafwaarde € 37.500. Je rijdt er nog 5 jaren in. Daarna verkoop je deze auto voor € 10.000. Je wil dan een auto kopen voor € 20.000. Hoeveel moet je maandelijks reserveren
A
€ 119,05
B
€ 166,67
C
€ 333,34
D
€ 458,34

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een auto kost over 3 jaar €2000. Je hebt al €740 gespaard. Hoeveel moet je per maand reserveren om het eindbedrag te halen?
A
€20
B
€30
C
€35
D
€45,50

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions