4.2 Brandstoffen en milieu

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Verbrandingsproducten
§4.2 - Brandstoffen en milieu
§4.3 - Explosies en energie
§4.4 - Blussen
§4.5 - Toepassen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.1 - Verbrandingsproducten
§4.2 - Brandstoffen en milieu
§4.3 - Explosies en energie
§4.4 - Blussen
§4.5 - Toepassen

Slide 1 - Slide

Herhaling

Slide 2 - Slide

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding



Slide 3 - Slide

Welke verbrandingsproducten ontstaan er bij de onvolledige verbranding van koolstofsulfide?

Slide 4 - Open question

Welke verbrandingsproducten ontstaan er bij de volledige verbranding van glucose?

Slide 5 - Open question

Custardpoeder
Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Zetmeel
Water
Zwaveldioxide
Koolstofdioxide
Helder oplossing kleurt troebel wit

Slide 6 - Drag question

Leerdoelen §4.2
Je leert over fossiele brandstoffen.
Je leert over biobrandstoffen.
Je leert over waterstof.
Je leert over het natuurlijk/versterkt broeikaseffect.
Je leert over zure regen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Er bestaan twee soorten koolstofkringlopen. Welke?
A
Natuurlijke en onnatuurlijke koolstofkringloop
B
Trage en snelle koolstofkringloop
C
Menselijke en dierlijke koolstofkringloop
D
Homogene en heterogene koolstofkringloop

Slide 11 - Quiz

Fotosynthese
timer
1:00
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 12 - Drag question

Herhaling

Slide 13 - Slide

Geef de reactievergelijking voor de volledige verbranding van
C5H10S

Slide 14 - Open question

Geef de reactievergelijking voor de onvolledige verbranding van propaan (C3H8). Bij deze onvolledige verbranding ontstaat naast water ook koolstofmono-oxide.

Slide 15 - Open question

Waterstof als brandstof

Slide 16 - Slide

Broeikaseffect
In de atmosfeer bevinden zich broeikasgassen.
De 2 belangrijkste zijn water(H2O) en koolstofdioxide (CO2)

Broeikasgassen kunnen infrarode straling (warmte) absorberen. (vasthouden)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welk milieuprobleem ontstaat door de uitstoot van CO2 bij verbranding van aardolieproducten?
A
gat in de ozonlaag
B
versterkt broeikaseffect
C
broeikaseffect
D
zure regen

Slide 20 - Quiz

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door chloorgas
B
Het broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
Het versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 21 - Quiz

Is het broeikaseffect altijd slecht?
A
ja, want hoe minder opwarming van de aarde hoe beter
B
nee, zonder natuurlijk broeikaseffect zou het hier te koud zijn
C
broeikasgassen zijn giftig en dat is slecht voor de gezondheid
D
geen idee kunnen we daar een keer les over krijgen?

Slide 22 - Quiz

Zure regen
Verbanden fossiele brandstoffen:
  • Zwaveldioxide (SO2)
  • Stikstofdioxide (NO2)

Slide 23 - Slide

Zure regen
Verbanden fossiele brandstoffen:
  • Zwaveldioxide (SO2) -> zwavelzuur (H2SO4)
  • Stikstofdioxide (NO2) -> salpeterzuur (HNO3)

Slide 24 - Slide

Effecten zure regen

Slide 25 - Slide

Wat is GEEN gevolg van zure regen?
A
afbrokkelen van gebouwen
B
klimaatverandering
C
vissterfte in oppervlaktewater
D
bomen gaan dood

Slide 26 - Quiz

Leg uit hoe zure regen ontstaat.

Slide 27 - Open question

Oefenen! 
Maak opdracht 17, - 19, 21, 22 en 24 van §4.2. 

Dit moet af zijn voor de volgende les. 

Slide 28 - Slide

Welke twee grote oorzaken van klimaatverandering zijn er?
A
Watergebruik
B
Kappen van bomen
C
Uitstoot van kooldioxide en methaan
D
Gebruik van kernenergie

Slide 29 - Quiz