Teksten die geschreven zijn ter vermaak, voor je plezier dus. Bijvoorbeeld om te ontspannen.
Bijvoorbeeld: strip, verhaal, mop.
Slide 7 - Slide
Instrueren - instructie geven
Een tekst die geschreven is om iets uit te leggen.
Bijvoorbeeld: recept, stappenplan hoe je een kast van Ikea in elkaar moet zetten.
Slide 8 - Slide
Beschouwen
Een tekst die geschreven is een eigen mening als lezer te vormen
Er wordt een onderwerp van verschillende kanten bekeken (voor- en nadelen uitgewerkt, verschillende meningen over een onderwerp)
Bijvoorbeeld: artikel in een tijdschrift, artikel in een krant (soms)
Slide 9 - Slide
Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren
Slide 10 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen
Slide 11 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een recept?
A
Informeren
B
Activeren
C
Instrueren
D
Amuseren
Slide 12 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een ingezonden brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Instrueren
Slide 13 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren
Slide 14 - Quiz
Bij welk tekstdoel kom je de woorden 'maar' en 'echter' veel tegen?
Slide 15 - Open question
Welk doel komt vaak voor bij 'omdat'
Slide 16 - Open question
Welke twee tekstdoelen maken vaak gebruik van de gebiedende wijs?
Slide 17 - Open question
Welke tekstdoelen kun je herkennen aan de woorden: 'wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat....'
Slide 18 - Open question
Welke tekstdoelen kun je herkennen aan de woorden: 'wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat....' Leg uit waarom juist bij informeren en overtuigen:
Slide 19 - Open question
Bij welke tekstdoelen is het belangrijk dat je weet wie het geschreven heeft?
Slide 20 - Open question
Waarom is het belangrijk dat je bij de tekstdoelen overtuigen en activeren weet wie de schrijver is?