8.2. toonhoogte en frequentie

geluid
toonhoogte en frequentie


1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

geluid
toonhoogte en frequentie


Slide 1 - Slide

Geluid-bronnen maken geluid door trillingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
Mee-trillende stof
B
Tussenstof
C
Geluid-dempende stof
D
Geluid-remmende stof

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van een klankkast
A
Versterkt het geluid
B
Verzwakt het geluid
C
Veranderd het geluid niet

Slide 5 - Quiz

Wat is een geluidsbron
A
een voorwerp dat geluid maakt
B
een voorwerp dat geluid ontvangt
C
een voorwerp dat geluid doorgeeft
D
een voorwerp dat geluid maakt, doorgeeft en ontvangt

Slide 6 - Quiz

Om geluid te horen, heb je nodig: een geluid-bron, een tussenstof en je oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

toonhoogte
Je hoort geluid als een lage toon of als een hoge toon


Slide 8 - Slide

toonhoogte
bij snaarinstrumenten kun je spelen met verschillende tonen
je kunt een hogere of lagere toon krijgen door:

  • een dikkere snaar te gebruiken (toon wordt lager)
  • een langere snaar te gebruiken ( toon wordt lager)
  • de spanning van de snaar te verminderen ( toon wordt lager)

Slide 9 - Slide

Piet speelt gitaar. Hij wisselt van een dikke snaar naar een dunne snaar.
De toonhoogte zal ... worden
A
hoger
B
lager

Slide 10 - Quiz

Piet maakt ook de snaar wat korter. Hierdoor zal de toonhoogte.... worden
A
hoger
B
lager

Slide 11 - Quiz

Daarnaast maakt Piet de snaren wat strakker op. De toonhoogte zal .... worden
A
hoger
B
lager

Slide 12 - Quiz

frequentie
het aantal trillingen per seconden

hoe meer trillingen er per seconden plaatsvinden hoe hoger de frequentie

de frequentie meet je in Hertz ( Hz)

Slide 13 - Slide

frequentie
1 trilling is een boogje omhoog + een boogje omlaag



Slide 14 - Slide

frequentie
een frequentie van 400 Hz betekend dat er 400 trillingen per seconden zijn

een frequentie van 600 Hz heeft 600 trillingen per seconden

hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

Slide 15 - Slide

frequentie

Slide 16 - Slide

Frequentie is het aantal trillingen per
A
Minuut
B
Seconde
C
Uur

Slide 17 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 18 - Quiz

de eenheid van frequentie is...
A
milliseconde
B
amplitude
C
hertz
D
trillingstijd

Slide 19 - Quiz

Een lage toon heeft een lage frequentie.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

frequentie van mensen en dieren

Slide 21 - Slide

5. Van welke 3 dingen hangen de hoogte van een toon af?
1. Hoe dik de snaar is
2. Hoe lang de snaar is
3. Hoe strak de snaar gespannen is

Slide 22 - Slide

4. Een harp heeft een groot aantal snaren
a) met welke snaar kun je de hoogste tonen maken?
Met de korte snaar, want hoe korter de snaar, des te hoger de toon

b) Met welke snaar kun je de laagste tonen maken?
Met de langste snaar, want hoe langer de snaar des te lager de  toon

Slide 23 - Slide

Een gitarist kan snaren strekken en losser draaien
Een snaar die te hoog klinkt: losser draaien -> hoe lager de spanning hoe lager de toon
een snaar die te laag klinkt: strakker draaien -> hoe strakker de spanning hoe hoger de toon

Slide 24 - Slide

vol flesje/leeg flesje
welke heeft een hoge toon?

Slide 25 - Slide