This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom bij NaSk
Pak voor je laptop
Startopdracht:
Maak het startopdrachtenblad
Slide 1 - Slide
Welkom bij NaSk
Pak voor je laptop
Startopdracht:
Maak proef 3 op het blad. Gebruik je app die je gebruikt om stroomkringen te maken.
Schrijf je naam op!
Slide 2 - Slide
Planning
Lesdoelen
H3 herhalen
Zelfstandig werken
PO Energiecoach
Huiswerk
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik:
Je kent hoofdstuk 3: Elektriciteit
Slide 4 - Slide
Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij
Slide 5 - Slide
H3 Elektriciteit - 3.6 Elektriciteit en veiligheid
Slide 6 - Slide
PO Energie-coach
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Quizzzzz
Log in op Lessonup!
Slide 9 - Slide
Elektriciteit is een vorm van energie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Andere vormen van energie zijn: Licht, geluid, beweging en gewicht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Elektrische apparaten zetten elektrische energie om in andere vormen van energie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Een lamp zet alle elektrische energie om in licht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Fossiele brandstoffen raken op daarom noemen we ze "duurzaam".
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Welke formule klopt?
A
Vermogen = Energie x tijd
B
Energie = Vermogen x tijd
C
Tijd = vermogen x Energie
D
Energie = Vermogen + tijd
Slide 15 - Quiz
Welke formule klopt?
A
Energie = Vermogen x tijd
B
Vermogen = Energie : tijd
C
Tijd = Energie : Vermogen
D
E = P x t
Slide 16 - Quiz
Jeanette kijkt 3 uur TV. Haar toestel heeft een vermogen van 200W. Een kWh kost 25 eurocent. Wat zijn de kosten?
A
15 cent
B
75 cent
C
150 cent
D
7,5 cent
Slide 17 - Quiz
De bewakingscamera van meneer van Dijk staat altijd aan. Het vermogen van de camera is 25W. Het energiebedrijf rekent 0,25 euro per kWh. Wat is meneer van Dijk jaarlijks kwijt voor zijn gevoel van veiligheid?
A
5,48 euro
B
54,75 euro
C
547,50 euro
D
ja duuuhhh,
reken dat even lekker zelf uit
Slide 18 - Quiz
Het rendement is ...
A
De energie die je erin stopt
min de gevraagde energie die je terugkrijgt
B
De som van de energie die je erin stopt en die je eruit krijgt
C
De verhouding tussen de nuttige energie die je eruit krijgt en de totale energie die je erin stopt
Een spanningsbron "pompt" elektronen door een circuit
De hoogte van de spanning bepaalt hoeveel energie elk elektron meekrijgt
De spanning geven we aan in de eenheid Volt
Slide 24 - Slide
Een spanningsbron levert een elektrische spanning
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Voorbeelden van spanningsbronnen zijn ....
A
batterij, dynamo, spoel
B
dynamo, elektromagneet, zonnecel
C
batterij, dynamo, zonnecel
D
batterij, zonnecel, elektromagneet
Slide 26 - Quiz
1. Een adapter maakt van een grote spanning een kleinere spanning 2. Een adapter maakt van een wisselspanning een gelijkspanning
A
1 en 2 zijn waar
B
1 is waar, 2 is niet waar
C
1 is niet waar, 2 is waar
D
1 en 2 zijn niet waar
Slide 27 - Quiz
1. Een spanningsbron heeft altijd een plus- en minpool 2. Het stopcontact levert een wisselspanning 3. Een batterij of een accu levert een gelijkspanning
A
1, 2 en 3 zijn waar
B
1 en 2 zijn waar, 3 is niet waar
C
1 en 3 zijn waar, 2 is niet waar
D
2 en 3 zijn waar, 1 is niet waar
Slide 28 - Quiz
Drie AA-batterijen (1,5V) worden geschakeld zoals hierboven. Wat wordt de spanning?
A
1,5 Volt
B
4,5 Volt
C
12 Volt
D
24 Volt
Slide 29 - Quiz
Drie 9V-batterijen worden geschakeld zoals hierboven. Wat wordt de spanning?