This lesson contains 23 slides, with text slides.
Can/Can't
Geeft aan dat iets (niet) KAN
We can jump really high
She can't be serious!
(can't of cannot kan allebei)
Je gebruikt can ook om te vragen of iets kan/mag aan bekenden
Alleen in the present simple!!!
In de 'future' geen can of can't maar 'be able to'
Could/Couldn't
Als je iets voorstelt:
We could try that
Couldn't we ask Tim to do that?
Als iets een mogelijkheid is:
I could take a lot of pictures
I couldn't tell you (ik zou het je niet kunnen zeggen)
Could is ook een beleefdheidsvorm!
Can/Can't
Geeft aan dat iets (niet) KAN
We can jump really high
She can't be serious!
(can't of cannot kan allebei)
Je gebruikt can ook om te vragen of iets kan/mag aan bekenden
Can I use your phone?
Could/Couldn't
Als je iets voorstelt:
We could try that
Couldn't we ask Tim to do that?
Als iets een mogelijkheid is:
I could take a lot of pictures
I couldn't tell you (ik zou het je niet kunnen zeggen)
Could is ook een beleefdheidsvorm!
Als je iemand iets vraagt.
Could I use your phone?