3.4 Decimale getallen en breuken

3.4 Decimale getallen en breuken
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slide and 3 videos.

Items in this lesson

3.4 Decimale getallen en breuken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

1

Slide 3 - Video

0

Slide 4 - Video

decimale getallen( komma getallen) zijn
A
getallen met cijfers achter de komma
B
de cijfers voor de komma
C
getallen zonder een komma erin
D
breuken

Slide 5 - Quiz

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
0,346
A
6
B
1
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
5
A
0,2
B
0,5
C
1,5
D
0,15

Slide 7 - Quiz

Schrijf op in decimale getallen:
1/2 is gelijk aan
A
0,2
B
0,25
C
0,5
D
1

Slide 8 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
100
A
100,00
B
0,100
C
0,001
D
0,01

Slide 9 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
25
A
0,2
B
0,04
C
0,25
D
0,025

Slide 10 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
8
A
0,18
B
0,125
C
0,08
D
0,8

Slide 11 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
10
A
1,0
B
0,1
C
10/1
D
0,10

Slide 12 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
1
4
A
0,2
B
0,4
C
0,25
D
0,025

Slide 13 - Quiz

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
345,23762
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 14 - Quiz

Hoeveel decimalen heeft het getal 6,4?
Decimale getallen
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 15 - Quiz

Hoeveel decimalen heeft het getal 0,04?
Decimale getallen
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 16 - Quiz


Hoeveel decimalen getallen heeft 38,97?
A
4
B
2
C
1
D
3

Slide 17 - Quiz

Hoeveel decimale getallen heeft...
490,84201
A
8
B
0
C
2
D
5

Slide 18 - Quiz

Wat zijn decimale getallen denk je?
A
Getallen voor de komma
B
Getallen met een komma
C
Getallen achter de komma
D
Getallen zonder een komma

Slide 19 - Quiz

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal? 345,23762
A
5
B
4
C
6
D
7

Slide 20 - Quiz

Schrijf in decimale getallen
    1
1000
A
100,00
B
0,100
C
0,001
D
0,01

Slide 21 - Quiz