WK geldrekenles
1 / 15
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Sleep de prijs op de goede plaats
duurste
middelste
goed- koopste
niet te koop
300 QAT
1550 QAT
750 QAT
1050 QAT
Slide 2 - Drag question
Wat is het duurste kaartje?
A
5850 QAT
B
€5850
C
40 QAT
D
€ 40
Slide 3 - Quiz
Sleep de prijs op de goede plaats
300 QAT
750 QAT
1050 QAT
1550 QAT
€372
€252
€72
€180
Slide 4 - Drag question
Hoeveel kost het goedkoopste ticket dat jij kunt kopen?
Slide 5 - Open question
Hoeveel kost het duurste ticket dat jij kunt kopen?
Slide 6 - Open question
Hoeveel kost het middelste ticket dat jij kunt kopen?
Slide 7 - Open question
Hoeveel kost het goedkoopste ticket dat jij kunt kopen in euro's?
Slide 8 - Open question
Hoeveel kost het duurste ticket dat jij kunt kopen in euro's?
Slide 9 - Open question
Hoeveel kost het middelste ticket dat jij kunt kopen in euro's?
Slide 10 - Open question
Wat is het duurste ticket van het toernooi en wat kost dit in euro's?
Slide 11 - Open question
Hoe duur is het goedkoopste vliegticket?
(dit mag je aan google vragen)
(dit mag je aan google vragen)
Slide 12 - Open question
Hoe duur is het goedkoopste hotel?
(dit mag je aan google vragen)
(dit mag je aan google vragen)
Slide 13 - Open question
Welke andere kosten heb je nog meer?
Geeft soort en kosten aan.
bijvoorbeeld: Trein €24,00
Geeft soort en kosten aan.
bijvoorbeeld: Trein €24,00
Slide 14 - Open question
Kan ik met €1000 de wedstrijd Nederland - Argentinië bezoeken?
