Hoe bevestigende en ontkennende zinnen?
(+) Wie + will + werkwoord + rest van de zin
(-) Wie + won't + werkwoord + rest van de zin
(?) Will + wie + werkwoord + rest van de zin. (you, he, she, it, they)
(?) Shall + wie + werkwoord + rest van de zin. (I en We)