Wat doe jij met je (zak)geld?

Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?
  • Frits Keijzer
  • Student in Nijmegen
  • Veenendaal
  •  Muzikaal
  • Honkbal
  • Zuid-Afrika

Slide 2 - Slide

Wie ben ben jij?

Slide 3 - Slide

Zakgeld of werken voor je geld?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Spaar jij? Zo ja, waarvoor?
A
Ik spaar niet
B
Ik spaar om iets duurs te kunnen kopen
C
Ik spaar zodat ik altijd iets achter de hand heb
D
Ik spaar omdat ik mijn geld nu niet uit wil geven

Slide 6 - Quiz

Sparen

Slide 7 - Mind map

Spaarmotieven
  1. Het zekerheidsmotief 

  2. Het doelmotief

  3. Het vermogensmotief 

Slide 8 - Slide

Marlies Legt elke maand €10 aan de kant om na 10 maanden een mooie ketting te kopen.
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief
D
Geen van de 3

Slide 9 - Quiz

Jacob is bang dat zijn fiets een keer kapot gaat en houdt daarom al geld apart.
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief
D
Geen van de 3

Slide 10 - Quiz

Pim zijn ouders zetten sinds zijn geboorte maandelijk €25 op een rekening waarmee ze zijn studie willen betalen
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief
D
Geen van de 3

Slide 11 - Quiz

Lara merkt dat als ze meer geld op de bank heeft staan, ze ook meer rente ontvangt van de bank.
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief
D
Geen van de 3

Slide 12 - Quiz

Tobias is naar school fietsen zat en wil graag een brommer kopen.
A
Zekerheidsmotief
B
Doelmotief
C
Vermogensmotief
D
Geen van de 3

Slide 13 - Quiz

Als Pepijn elke week €5 euro apart legt, hoe veel geld heeft hij dan na een jaar?
A
€60
B
€160
C
€260
D
€360

Slide 14 - Quiz

Pepijn spaart €260 in een jaar, hoe veel is dat per kwartaal?
A
€40
B
€50
C
€55
D
€65

Slide 15 - Quiz

Chartaal geld is ...
A
Contant
B
Op de bankrekening

Slide 16 - Quiz

Menno heeft €1000 gespaard, hij ontvangt hier 2% rente over. Hoe veel euro rente ontvangt Menno?
A
€0,20
B
€2,00
C
€20,00
D
€200,00

Slide 17 - Quiz

Een voorbeeld van vaste lasten is...
A
de huur van een woning
B
een afspraak bij de dierenarts
C
een dagje weg gaan met vrienden
D
een kado voor de buren

Slide 18 - Quiz

Aan het werk...
Maken: Opdracht 1.2, 1.3, 1.13 & 1.14 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide