Synoniemen - klas 1 vmbo b/k

LessonUp installeren

- Ga naar de App Store op je iPad.
- Zoek de app LessonUp en installeer deze op je iPad.
- Druk op de knop 'Registreren' om een account aan te maken.
- Gebruik je e-mailadres van school en je wachtwoord.
- Toets de volgende code in: jugry
- Als je ingelogd bent, wacht je tot de les start.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LessonUp installeren

- Ga naar de App Store op je iPad.
- Zoek de app LessonUp en installeer deze op je iPad.
- Druk op de knop 'Registreren' om een account aan te maken.
- Gebruik je e-mailadres van school en je wachtwoord.
- Toets de volgende code in: jugry
- Als je ingelogd bent, wacht je tot de les start.

Slide 1 - Slide

Synoniemen


Slide 2 - Slide

Wat zijn de doelen van deze les?

- Je kunt uitleggen wat synoniemen zijn.
- Je kunt voorbeelden van synoniemen geven.
- Je kunt uitleggen wat je aan synoniemen hebt.
- Je bent gestart met het onderdeel Woordenschat van hoofdstuk 1 uit Nieuw Nederlands.

Slide 3 - Slide

Deze les begint met het activeren van voorkennis. Wat betekent dat?
A
Luisteren naar nieuwe informatie.
B
Onderzoeken hoe slim je bent.
C
Zeggen wat je van iets vindt.
D
Bekijken wat je al weet over iets.

Slide 4 - Quiz

Voorkennisvraag:
Wat zijn synoniemen?
A
Woorden met meerdere betekenissen.
B
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
Woorden met maar één betekenis.
D
Tegengestelde woorden.

Slide 5 - Quiz

Wat is een synoniem?
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Een scholier is bijvoorbeeld hetzelfde als een leerling. Noteren betekent hetzelfde als opschrijven. Zulke woorden noem je synoniemen. Beide woorden betekenen dan hetzelfde of bijna hetzelfde. Ken je de betekenis van een woord in de tekst niet? Zoek dan in de tekst naar een synoniem. 

Slide 6 - Slide

Wat is een synoniem voor afkijken?
A
spieken
B
overschrijven

Slide 7 - Quiz

Als je naar een fragment uit een
tv-programma kijkt, wat zie je dan?
A
een stukje van het tv-programma
B
het begin van het tv-programma
C
het einde van het tv-programma
D
het hele tv-programma

Slide 8 - Quiz

Wat is een amusementsprogramma voor een soort programma?
A
Een tv-programma dat jou iets wil leren.
B
Een tv-programma dat jou wil informeren.
C
Een tv-programma dat jou wil vertellen over het nieuws.
D
Een tv-programma dat jou wil vermaken.

Slide 9 - Quiz

Synoniem voor mengen is
A
weggooien
B
knoeien
C
mixen
D
regelen

Slide 10 - Quiz

Synoniem voor absent is
A
absent
B
afwezig
C
aanwezig
D
bijzonder

Slide 11 - Quiz

Synoniem voor produceren is
A
verhuizen
B
maken
C
product
D
leren

Slide 12 - Quiz

Wat is een synoniem?
Schrijf over in je schrift:
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Een scholier is bijvoorbeeld hetzelfde als een leerling. Noteren betekent hetzelfde als opschrijven. Zulke woorden noem je synoniemen. Beide woorden betekenen dan hetzelfde of bijna hetzelfde. Ken je de betekenis van een woord in de tekst niet? Zoek dan in de tekst naar een synoniem. 

Slide 13 - Slide

En nu aan de slag!

Huiswerk voor maandag 17 september:
Nieuw Nederlands - Hoofdstuk 1 - Woordenschat opdracht 1, 2 en 3 
Klaar? Verder met opdracht 4 en verder. 

Slide 14 - Slide