Onderdeel 1 Cursus 1 Paragraaf 1 Synoniem, omschrijving en voorbeeld

Onderdeel 1 Cursus 1 Paragraaf 1 Onbekende woorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Onderdeel 1 Cursus 1 Paragraaf 1 Onbekende woorden

Slide 1 - Slide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 10 t/m 14)
- Je schrift 
- Je pen/etui

Heb je dit niet op tafel, dan zijn spullen niet in orde!
timer
2:30

Slide 2 - Slide

Doelstelling
  • Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Slide

Wat doe jij als je een moeilijk of onbekend woord tegenkomt in een tekst?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Link

Woordraadstrategieën
  1. Een synoniem zoeken 
  2. Een omschrijving zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken

Slide 6 - Slide

Een synoniem zoeken
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Zo is mopje een synoniem van grapje.

Zo zoek je een synoniem
Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het onbekende woord.
Bruno werkt altijd heel nauwkeurig, want hij wil het heel precies doen zoals het moet.

Slide 7 - Slide

Een omschrijving zoeken
In een tekst kan ook een omschrijving van een moeilijk woord staan. Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Let op: bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt en bij een synoniem wordt maar één woord gebruikt.
Haar opa is haar idool, iemand voor wie ze grote bewondering heeft.

Zo zoek je een omschrijving
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma’s in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna:
De kamer van Jason wordt gerenoveerd (opnieuw geschilderd en opgeknapt).

Slide 8 - Slide

Een voorbeeld zoeken
Soms kun je moeilijke woorden begrijpen door de voorbeelden die genoemd worden:
Jos leest heel graag fictie, zoals de verzonnen verhalen van Carry Slee en Paul Biegel.

Zo zoek je een voorbeeld
Er komt vaak een voorbeeld na de volgende woorden: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
Van de docent muziek moesten we voor onze presentatie een genre kiezen, bijvoorbeeld rap, klassieke muziek, musical of K-pop.
Voorbeelden staan vaak na een dubbele punt, tussen haakjes of tussen komma’s.
Mijn oom verzamelt allerlei prullaria: oude lampjes, gekke beeldjes en rare bekers.

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
  • Samen maken we opdracht 1. 
  • We lezen tekst 1 Besluiteloos
  • We maken opdracht 2 en 3

Slide 10 - Slide

Aan de slag
  • We lezen samen tekst 2:
    Japanse flessenpost bereikt na 37 jaar Hawaïaans strand. 
  • Jullie maken opdrachten  4 en 5
  • We kijken samen na. 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Aan de slag
  • We lezen samen tekst 3:
    Dankzij deze bijzondere kamelenbieb kan Mahadiya (13) toch blijven lezen en leren
  • Jullie maken opdrachten 6 en 7
  • We kijken samen na. 
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Herbivoren zijn planteneters.
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 13 - Quiz

In Azië wordt de tijger met uitsterven bedreigd. Er zijn nog maar 3000 van deze roofdieren in leven.
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 14 - Quiz

Herbivoren zijn dieren die planten eten.
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 15 - Quiz

In de krant staan allerlei verschillende rubrieken, zoals economie, sport, binnenlands en buitenlands nieuws
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 16 - Quiz

Herbivoren zijn dieren zoals een koe, neushoorn of giraf.
A
Synoniem zoeken
B
Omschrijving zoeken
C
Voorbeeld zoeken

Slide 17 - Quiz

Welke 3 manieren om een onbekend woorden te zoeken ken je?

Slide 18 - Open question

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 20 - Open question

Vragen

Slide 21 - Open question