Leerdoelen
• Je weet het verschil tussen ondervoeding, voedselschaarste en hongersnood.
• Je weet wat de oorzaken van een tekort aan voeding zijn.
• Je begrijpt waarom in alle landen op aarde steeds meer overvoeding voorkomt.
H
• Je begrijpt hoe voedselschaarste kan ontstaan.
• Je weet welke oplossingen er zijn om voedselschaarste te voorkomen.
• Je begrijpt waarom in veel landen op aarde overvoeding voorkomt.