Klas 2 week 38 les 1

Lesdoelen (buts)


Je leert woorden die te maken hebben met vakantie

LOL =
Luisteren - Opschrijven - Leren
Wat ga je doen?
Uitbreiding woordenschat
Voca & PC E
Frans-Nederlands & N-F
Ga naar Naslag - Arrêt chapitre 1
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden in jouw schrift met een vouw in het midden
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze


1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoelen (buts)


Je leert woorden die te maken hebben met vakantie

LOL =
Luisteren - Opschrijven - Leren
Wat ga je doen?
Uitbreiding woordenschat
Voca & PC E
Frans-Nederlands & N-F
Ga naar Naslag - Arrêt chapitre 1
* Luister naar de uitspraak
* Noteer de woorden in jouw schrift met een vouw in het midden
* Oefen in blokjes van 5
* Zet een * voor woorden/zinnen die je nog niet kent en herhaal deze


Slide 1 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- weet ik waar ik op moet letten bij het maken van de te maken weektaak
- weet ik wat er van mij verwacht wordt voor de opdracht SPV met als uiterlijke inleverdatum 
22 september
- heb ik de passé composé geleerd



Slide 2 - Slide

Weektaak
Vorige week afgerond?
Deze week genoteerd in planagenda?


Slide 3 - Slide

SPV Frans 22 september
Lees de toetsinformatie door
Deze vind je onderaan de planner bij toetsen/evaluatie bij Bronnen

Werk samen met een klasgenoot het gesprek uit

Slide 4 - Slide

Passé composé
Je gaat kijken naar een instructiefilmpje over de passé composé (de voltooid verleden tijd)

Daarna                                    Daarna ga je dit toepassen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Vertaal:
ik heb gegeten (eten = manger)
jullie hebben gedanst (dansen = danser)
u heeft gekeken (kijken = regarder)
wij hebben gegeven (geven = donner)
jij hebt gevraagd (vragen = demander)

Slide 7 - Slide

Réponses
ik heb gegeten (eten = manger) = j'ai mangé
jullie hebben gedanst (dansen = danser) = vous avez dansé
u heeft gekeken (kijken = regarder) = vous avez regardé
wij hebben gegeven (geven = donner) = nous avons donné
jij hebt gevraagd (vragen = demander) = tu as demandé

Slide 8 - Slide

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Slide 9 - Slide

Evaluatie/reflectie les
Klassikaal door docent:
* Zijn er nog vragen?
* Wat ging goed/wat kan beter?
Leerdoelen behaald?
* LessonUp/lesopdracht nog niet (helemaal) afgerond? Noteer dit in jouw agenda/planner en/of kom langs in een Daltonuur 

Slide 10 - Slide