3HV - Les 2 Hay/Estar/Ser

Programa
  1. Controlamos deberes
  2. Hay/ Estar/ Ser
  3. Vocabulario
  4. Taaldorp
  5. Deberes
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programa
  1. Controlamos deberes
  2. Hay/ Estar/ Ser
  3. Vocabulario
  4. Taaldorp
  5. Deberes

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
Voca Unidad 6
1-10 NL-SP
+
Verbos Comp1 1-80 NL-SP

Slide 2 - Slide

HAY

Betekenis: er is/ er zijn 

(of in een vraagzin: zijn er/ is er)


Heeft maar 1 vervoeging: Hay


Gebruik:
- hoeveelheden (mucho/a, poco/a, demasiado/a, etc)
- onbepaalde lidwoorden (un, una, unos, unas).


Slide 3 - Slide

Estar
Betekenis: Zijn/ liggen/ zich bevinden

Gebruik:
- plaatsbepaling
- gevoel, stemming, emotie
- fysieke toestanden
- uiterlijkheid
- Burgelijke staat (getrouwd, gescheiden, overleden, etc.)

Slide 4 - Slide

Ser
Betekenis: zijn

Gebruik
- vaste eigenschappen, bv lengte.
- Identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst)
- Tijd, data, dagen en gebeurtenissen
- Waarvan iets gemaakt is,
- Iemand zijn eigendom

Slide 5 - Slide

Hay/Estar/Ser(zijn)
Moet je een Spaanse  zin maken met 'zijn'? Volg altijd deze top 3 :

1. Hay (staat er letterlijk 'er is' of 'er zijn' in de zin?)

2. Estar (kun je 'zijn' vervangen door 'zich bevinden'?)

3. Ser (in de overige gevallen). 

Let op: je kunt je ook in een tijdelijke emotionele staat bevinden. Bijv. verdrietig, boos, verliefd etc. Ook dan gebruik je 'estar'.

Slide 6 - Slide

¿Hay/ Estar/ Ser?

Página 67, ej 3 y 4

Slide 7 - Slide

                Escuchar: el transporte




Página 63, ejercicio 4

Audio 1
Audio 2
Audio 3
Audio 4
Audio 5

Slide 8 - Slide

Vocabulario: el transporte
Página 64, ejercicio 5             
Ej. 5

Slide 9 - Slide

Lee y escucha
Página 64, ejercicio 6

Audio 1 Barcelona
Audio 2 Madrid.

Slide 10 - Slide

Pueblo español

Slide 11 - Slide

¡A trabajar!
  1. En la aduana... 
  2. Luisteropdracht
  3. Speeddating. Oefen met het gesprek "Entrevista con..."
timer
5:00

Slide 12 - Slide

¿Qué haces en tu tiempo libre?
Luister naar de interviews in de volgende video zonder ondertitels (tot 1m:49s) .

Schrijf op wat de mensen graag doen in hun vrije tijd.
Controleer of het klopt door vanaf 2:43 tot 3:43 de ondertitels mee te lezen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

La rueda de fortuna:
¿Puedes responder a estas preguntas?

Nadat het rad stil staat, denk je een moment na hoe je antwoord gaat geven.

De docent wijst iemand aan, je hoeft je vinger niet op te steken!

Slide 16 - Slide

  1. Maak een lange rij van 5x2 tafeltjes tegen elkaar .
  2. Jullie nemen aan beide zijden plaats, evenveel aan de linker als de rechterkant.
  3. De docent stelt de klok in op 5 minuten (zichtbaar op 't bord)
  4. De leerlingen aan rechterkant beginnen met vragen stellen in het Spaans.   De teksten die je hebt gemaakt mag je nog erbij hebben.
  5. Klaar? Wissel van rol.
  6. De leerlingen aan de linkerkant schuiven op als de tijd om is.

Cita a ciegas
Speed date

Slide 17 - Slide

Deberes
Estudiar (=leren)


Voca Unidad 6
1-25 NL-SP
+
Verbos Comp1 1-80 NL-SP

Slide 18 - Slide