This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
1. Welke notatiewijze is geen correcte GPS notatiewijze?
A
50.7545, 6.0211
B
N 50° 45.270, E 6° 1.266
C
186725.4809, 334002.9271
D
N 50° 45' 16.2'', E° 6 1' 16''
Slide 4 - Quiz
2. Welke gebouwen werden gebruikt voor het RD-coördinatensysteem om NL in kaart te brengen?
NB. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
timer
0:15
A
Kerktorens
B
Wachttoren van bijv. een kasteel
C
Heuveltoppen
D
Zendmasten
Slide 5 - Quiz
LatLon = X,Y = Vector
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
4. Welke organisatie of instituut registreert en onderhoudt de perceelgrootte o.b.v. RD-coördinaten?
timer
0:10
A
De Gemeente
B
De Provincie
C
Rijkswaterstaat
D
Het Kadaster
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
5. CRS staat voor CoördinatenReferentieSysteem. De bekendste zijn: RD (NL), NAP (NL), ETRS89 (Europa) en WGS84 (wereldwijd).
Wat is RDNAPTRANS ?
timer
0:30
A
RD refereert aan NAP
B
RD en NAP refereren aan ETRS89
C
RD en NAP refereren aan ETRS89 en WGS84
D
RD en NAP en ETRS89 refereren aan WGS84
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
6. Welk type driehoek kun je gebruiken voor een boomhoogtemeting?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
7. Een driehoeksmeting is uitermate geschikt voor het inmeten van:
NB. Meerdere antwoorden mogelijk
A
Een waterloop (rivier, beek, stroompje)
B
Een perceel, al dan niet met hoogteverschillen
C
De snelste route van plaats A naar plaats B
D
De afstand tussen dorpen en steden
Slide 13 - Quiz
8. Een triangulatienetwerk is hetzelfde als (=) een netwerk van driehoeken
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 14 - Quiz
9. Om onder andere hoogteverschillen in het landschap in te meten gebruikt men de waterpassing techniek. Welke apparaten kunnen hiervoor worden gebruikt?
NB. meerdere antwoorden mogelijk.
A
Theodoliet in combinatie met een baak en een jalonrichter
B
Total Station
C
GPS receiver
D
Drone
Slide 15 - Quiz
10. Bij deformatiemetingen kan de waterpassing techniek niet worden ingezet?
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 16 - Quiz
11. Bodemonderzoek is belangrijk bij:
A
Bouw- en infraprojecten
B
Deformatiemetingen
C
land- en mijnbouw
D
Milieuverontreiniging
Slide 17 - Quiz
12. Landmeetkunde heeft niks met GEODESIE te maken!
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
13. Welk antwoord past het beste bij onderstaande stellingen?
1. Een coördinaat = vectorpunt in QGIS 2. Een vectorlijn is een aaneenschakeling van vectorpunten 3. Een rasterafbeelding blijft scherp bij inzoomen 4. Een gesloten vectorlijn is hetzelfde als (=) raster(afbeelding)
A
Stelling 1 en 3 zijn beide niet waar
B
Stelling 2 en 4 zijn beide waar
C
Stelling 1 en 4 zijn beide waar
D
Stelling 2 is waar, stelling 3 is niet waar
Slide 22 - Quiz
14. PDOK zijn GEO-datasets van de overheid en zijn voor iedereen benaderbaar!
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
15. Welke van onderstaande afkortingen is geen basisregistratie?
A
BTW
B
BAG
C
BRO
D
WOZ
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
ISO
Inspire
Sector
Bedrijf
16. Een sleepvraag
Slide 27 - Drag question
17. Wat is de goede volgorde als we de analoge wereld willen digitaliseren?
A
Collect, entry, storage, info
B
Info, storage, entry, collect
C
Collect, storage, entry, info
D
Info, collect, entry, storage
Slide 28 - Quiz
18. Eenmaal ingewonnen data hoeft nooit meer onderhouden of gecheckt te worden op validiteit!
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
DATA
INFORMATIE
Feit
Ruw
Subjectief
Objectief
Waarde
Verwerkt
Betekenis
Slide 31 - Drag question
20. De piramide van wijsheid. Zet in de goede volgorde.
Data
Informatie
Kennis
Wijsheid
Slide 32 - Drag question
21. In een QGIS dataset zitten altijd:
NB. meerdere antwoorden mogelijk!
A
vectorgegevens en rastergegevens
B
foto's
C
vectorgegevens of rastergegevens
D
coördinaten
Slide 33 - Quiz
22. Welke data verzamel je als je plekken in een stad of dorp wil gaan digitaliseren in QGIS met bijvoorbeeld het thema ‘Leefbaarheid’?
Noem er minstens 4.
Slide 34 - Open question
23. Welke van onderstaande onderwerpen is of zijn niet zo relevant als we kijken naar de huidige stadsontwikkeling in het kader van leefbaarheid in de ruime zin van het woord:
A
Sociale en culturele factoren
B
Infrastructuur en CO2 uitstoot
C
Technische hulpmiddelen
D
Het verleden, de geschiedenis van de stad
Slide 35 - Quiz
24. Welke vraag of vragen wil jij stellen aan een landmeter die werkzaam is in Amsterdam bij het in kaart brengen van de kademetingen?