Pak alvast je boek, schrift, iPad en kom in de lesson up
timer
2:30
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Pak alvast je boek, schrift, iPad en kom in de lesson up
timer
2:30
Slide 1 - Slide
Agenda
Welkom
Uitleg 3.4
Opdrachten
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je:
je kunt de rol van de centrale bank bij geldschepping beschrijven
Je kunt het verband tussen de maatschappelijke geldhoeveelheid en inflatie verklaren
Slide 3 - Slide
§4 Waar komt geld vandaan?
Geld kan je gemakkelijk namaken -> iedereen wordt rijker -> winkeliers verhogen de prijzen (mensen kopen het toch wel) -> reële waarde daalt
Centrale bank:
Regelt het in omloop brengen van chartaal geld en reguleren van giraal geld
De andere banken hebben een bankrekening hier (particulieren niet)
De Nederlandsche Bank (DNB) in Amsterdam
Onderdeel van de Europese Centrale bank (ECB) in Frankfurt
Geldschepping: uitgifte van chartaal of giraal geld
Slide 4 - Slide
§4 Waar komt geld vandaan?
Uitgifte chartaal geld:
In opdracht van het ministerie van Financiën
het nieuwe munt- en papiergeld wordt gemaakt -> naar de DNB -> naar handelsbanken (ABN/ Rabobank etc.) -> via geldautomaten en bankloketten in omloop
Uitgifte giraal geld:
Via rentetarief wordt het girale geld geregeld.
Rente omlaag -> handelsbanken gaan meer lenen en bieden een lagere rente aan hun klanten -> consumenten en bedrijven lenen meer geld -> girale geldhoeveelheid stijgt
Rente omhoog -> handelsbanken lenen minder geld en hebben zelf hogere rente -> consumenten en bedrijven lenen minder geld -> girale geldhoeveelheid daalt
Slide 5 - Slide
§4 Waar komt geld vandaan?
Inflatie regelen door de ECB/ DNB
De ECB streeft naar een inflatie van 2% per jaar
Inflatie is >2% -> inflatie moet dalen: De ECB verhoogt de rente -> handelsbanken lenen minder geld en verhogen hun rente -> consumenten en bedrijven lenen minder geld -> girale geldhoeveelheid daalt -> minder vraag naar producten -> inflatie daalt
Inflatie is <2% -> inflatie moet stijgen: De ECB verlaagd de rente -> handelsbanken lenen meer geld en verlagen hun rente -> consumenten en bedrijven lenen meer geld -> girale hoeveelheid stijgt -> vraag naar producten stijgt -> inflatie stijgt
Slide 6 - Slide
§4 Waar komt geld vandaan?
Maatschappelijke geldhoeveelheid:
Chartaal geld van gezinnen en bedrijven
Giraal geld van gezinnen en bedrijven, wat direct uitgegeven kan worden: spaartegoeden dus niet.
Slide 7 - Slide
De inflatie staat op 3,4%. Wat gaat de ECB doen om hun streven op inflatie te realiseren?
A
De ECB zal geld bijdrukken om de economie te ondersteunen , waardoor de inflatie verder stijgt.
B
De rente verhogen. Hierdoor wordt er minder geld uitgegeven en daalt de inflatie.
C
De rente verlagen. Hierdoor wordt er meer geld uitgegeven en stijgt de inflatie
D
De rente verhogen. Hierdoor wordt er minder geld uitgegeven en stijgt de inflatie
Slide 8 - Quiz
De waarde van aandelen in 2018 was in totaal €25 miljard. Bereken de totale omvang van de maatschappelijke geldhoeveelheid in 2018.