Herhaling voor toets Spelling

15 min lezen
Pak je leesboek
timer
15:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

15 min lezen
Pak je leesboek
timer
15:00

Slide 1 - Slide

(af)maken
Spelling Cursus 7
- Par. 10 opdr. 1 t/m 4
- par. 11 opdr. 1 t/m 5
- Par. 12 opdr. 1 t/m 5
- Par. 13 opdr. 1 t/m 5

timer
20:00

Slide 2 - Slide

Voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd kan je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Voor het spellen van het voltooid deelwoord kun je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Voor het spellen van de persoonsvorm in de verleden tijd kun je 't x-kofschip gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz


Imran (branden) zijn vingers gisteren aan een kaars.
A
brande
B
brandde
C
brandden
D
branden

Slide 6 - Quiz


Maar iedereen heeft weleens (falen)
A
gefaald
B
gefaalt
C
gefalen

Slide 7 - Quiz

Nadia en Noah hebben dat (beloven)
A
belooft
B
beloovt
C
beloofd
D
beloovd

Slide 8 - Quiz

Zij zullen hun vingers daar niet meer aan (branden).
A
brandden
B
brandde
C
brande
D
branden

Slide 9 - Quiz

Hij heeft de gevonde foto's weggelegd.
A
gevonden
B
gevonde
C
gevondden

Slide 10 - Quiz

(vinden) je deze les eigenlijk wel leuk?
A
vin
B
vint
C
vindt
D
vind

Slide 11 - Quiz

Mevrouw Hooi (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 12 - Quiz

De vorige les (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 13 - Quiz

Als Robin nu eens een beetje (opschuiven), dan kan iedereen zitten.
A
opschuift
B
opschuifd
C
opschuivt
D
opschuivd

Slide 14 - Quiz

De jongen wilden de kranten in zijn wijk zo snel mogelijk (verspreiden).
A
verspreide
B
verspreiden
C
verspreidde
D
verspreidden

Slide 15 - Quiz

De vergrote foto's heb ik ingelijst.
A
vergrote
B
vergroten
C
vergrootte
D
vergrootten

Slide 16 - Quiz

Heeft iedereen zijn naam in de LessonUp goed (vermelden)?
A
vermeld
B
vermelt
C
vermeldt

Slide 17 - Quiz

Mevrouw Hooi (zetten) de LessonUp er gisteren op.
A
zet
B
zetten
C
zette
D
zat

Slide 18 - Quiz

De schoorstenen in mijn straat (roken), gisteren weer flink, omdat de kachels weer aangaan.
A
rookte
B
rookten
C
rookde
D
rookden

Slide 19 - Quiz

De kwajongens zijn flink (straffen) voor hun streken.
A
gestraft
B
gestrafd
C
gestrafft
D
gestraffd

Slide 20 - Quiz

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 21 - Quiz

En anders is het corveeën ook weer zo (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 22 - Quiz

De geredde jongen was heel erg bang geweest.
A
gerede
B
geredden
C
geredde

Slide 23 - Quiz

Hopelijk hebben jullie van deze quiz wat (leren)
A
geleerd
B
geleert
C
geleerdt

Slide 24 - Quiz

Dan (beloven) dat veel voor de toets.
A
beloovt
B
beloovd
C
beloofd
D
belooft

Slide 25 - Quiz