Architectuur

• Culturele en kunstzinnige vorming
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Architectuur

ARCHITECTUUR

Planning architectuur les 1:

1. Waar werken we naartoe? 

2. Leerdoelen 

3. Wat is architectuur? 

4. Architectuurstromingen: 

    Modernisme & structuralisme & Postmodernisme

5. Korte quiz

6. Afsluiting met terugblik

1. Waar werken we naartoe? 

Tentamen

Schriftelijk (kennistoets)

CONTRAST

Hoofdstuk 13: Architectuur 

Hoofdstuk 16: Design 

Hoofdstuk 4: Dimensies Autonoom & toegepast 

 Hoofdstuk 5: Dimensies Ambachtelijk & industrieel

Wat eraan komt: Architectuurtocht!

Dat houdt in dat:

Over vier weken jullie op pad gaan!

- In groepjes door Amsterdam

2. Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je...

1. In eigen woorden uitleggen wat de hoofdkenmerken van de vijf architectuurstromingen: modernisme, structuralisme, postmodernisme, supermodernisme en neotraditionalisme zijn.

2. De vijf verschillende architectuurstromingen van elkaar onderscheiden a.d.h.v. de zes architectuurkenmerken: functie, vorm, omgeving, constructie, materiaal en visie. 

Wat is architectuur?
Wat valt er allemaal onder architectuur?

Architectuur (CONTRAST) 

"is een ('toegepaste') kunst van het ontwerpen van de gebouwde omgeving: gebouwen, interieurs, landschappen en steden."

WAT IS ARCHITECTUUR?

Architectuur is een kunst van het ontwerpen van de gebouwde omgeving: gebouwen, woningen, interieurs, meubels, landschappen en steden

schoonheid, stevigheid en bruikbaarheid 

WAAROM?

WAT ZIE JE?

Neem over in je schrift en beantwoord in stilte voor jezelf:

 Materiaal

Lijnen en vormen

Kleur

Symmetrie

Functie (doel?)

MODERNISME
1920-1970

Vul de gegeven antwoorden maar in!

"form follows function"

"Less is more"

"Strakke soberheid"

Charles-Édouard Jeanneret (1887-1965), 'Le Corbusier,' Villa Savoye (Poissey, Frankrijk 1931.

Vijf elementen van een nieuwe architectuur

Vijf elementen van een nieuwe architectuur

door Le Corbusier

1.Les pilotis: zuilen > opgetild wonen

2. Le toit-jardin:  Connectie met binnen en buiten > Functie: vloeiend doorlopen naar o.a. balkons en dakterrassen 

3. Le plan libre: Een vrije plattegrond indeling (constructie: Skeletbouw) 

4. La façade libre: vlakke/strakke gevel 'gordijn' 

5. La fenêtre en longeur: Horizontale ramen > geen onderbrekingen van muren en lichtdoorlatend

Video indien nodig (ligt aan de tijd management/voorkeur docent)

STRUCTURALISME

        1960-1990

Pak je schrift en luister én kijk goed naar de video!

Schrijf de bouwkenmerken op die je hoort én ziet die we zojuist besproken hebben.

Wat is het doel van deze manier van bouwen?

Wat zag je? 

Doel?

"De nadruk op functies (modernisme) stond ontmoeting in de weg"

D

POSTMODERNISME

1980-2000

Neem over in je schrift!

1. Vrije vormen en uitbundige kleuren

2. Speelse details

3. Gebruik van stijlen uit het verleden. 

kies op basis hiervan de "Odd one out!"

Wel Postmodern

Niet Postmodern

Wel Postmodern

Niet Postmodern

Wel Postmodern

Niet Postmodern

Oftewel: 

"Less is a bore"

Quiz

Pak je laptop of mobiel erbij!

Let op! meerdere antwoorden kunnen kloppen

Is/zijn er een stroming(en) die een reactie zijn op het Modernisme?

1. Structuralisme
2. Geen
3. Postmodernisme
4. Beide

Uit welke architectuurstroming is de leuze "Less is a bore"

1. modernisme
2. postmodernisme
3. Geen van deze opties
4. structuralisme

Welke antwoorden horen er bij het Modernisme?

1. "Form follows function"
2. IJzer, glas en betonconstructies
3. "Less is more"
4. 'Villa Savoy,' Le Corbusier

Wat hoort bij het Postmodernisme?

1. Bouwen naar een 'community'
2. Veel gebruik van glas (glazen wanden)
3. Stijlen uit het verleden
4. Speelse details

Bij welke architectuurstroming hoort dit gebouw?

Dit gebouw hoort bij de architectuur van het...?

1. Modernisme
2. Structuralisme
3. Geen
4. Postmodernisme

Terugblik

- Schrijf voor jezelf op in één kernzin:

1. Wat heb ik geleerd in deze les?

2. Wat is belangrijk om voor jezelf te onthouden met zicht op het tentamen ?

3. Wat was verrassend? Meest bijgebleven aan deze les?

4. Wat vond ik nog lastig aan deze informatie/les?

Lever je ingevulde blaadje bij mij in!

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan je...

1. In eigen woorden uitleggen wat de hoofdkenmerken van de vijf architectuurstromingen: modernisme, structuralisme, postmodernisme, supermodernisme en neotraditionalisme zijn.

2. De verschillende architectuurstromingen van elkaar onderscheiden a.d.h.v. de zes kenmerken: functie, vorm, omgeving, constructie, materiaal en visie. 

volgende week: 

- Neotraditionalisme

- Supermodernisme

Kan je alvast doornemen! (hoofdstuk 13)

Wat valt je op aan deze architectuurstijlen?