25ste les m3b (20 nov)

Herzlich willkommen

beim deutschunterricht

Waar zit de fout?

1 / 20

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herzlich willkommen

beim deutschunterricht

Waar zit de fout?

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les

ken je het persoonlijk voornaamwoord en in de 3de naamval

ken je de voorzetsels die de 3de naamval bepalen

Slide 2 - Slide

Wie?

die Hausarbeit: Fragen?

Erklären: uitleggen

Gruppenarbeit

Aufgaben machen

Lernen

Slide 3 - Slide

Aber zuerst: wiederholen

Ich (had) .........gestern wenig Zeit.

Meine Eltern (hadden) ................... ein Autounfall.

Wie (was) ................ eure Ferien?

Wo (was) ........... du denn gestern?

Slide 4 - Slide

die Hausarbeit für heute

die Aufgaben E zu Grammatik

Gelernt:

Lernliste D-N: Teil A, C, D und H

Lernliste N-D

Grammatik E Teil A en B

Af zijn: de opdrachten van de delen A, B, D, E en H.

Slide 5 - Slide

Wat ging niet goed?

Aufgabe 17, 24
Er wordt niets ingevuld
Er worden alleen letters ingevuld
Er wordt niet serieus gewerkt
Bonuspunten voor de toets alleen voor serieuze antwoorden en een resultaat van minimaal 65%

Slide 6 - Slide

Wat is een naamval?

Slide 7 - Slide

Een naamval is een vorm

Ik - mij wij - ons

jij - jou jullie - jullie

hij - hem zij - hen

zij - haar

het - hem

Slide 8 - Slide

4 naamvallen in het Duits

1ste = onderwerp

2de = bezit

3de = meewerkend voorwerp

4de = lijdend voorwerp

Slide 9 - Slide

Lijdende vorm (4de nv)pers. vnw

mij - mich ons - uns

jou - dich jullie - euch

hem - ihn hen/u = sie/Sie

haar - sie

Slide 10 - Slide

4de naamval voorzetsels

durch - door

für = voor

ohne - zonder

um - om

gegen = tegen

Na deze voorzetsels komt het persoonlijk vnw altijd in de 4de naamvalsvorm (lijd.vorm)

Slide 11 - Slide

Dus......

Das Geschenk ist für mich

Durch Sie habe ich eine gute Note

Wir spielen heute gegen euch.

Slide 12 - Slide

Meewerkende vorm (3de nv) pers. vnw

mij - mir ons - uns

jou - dir jullie - euch

hem - ihm hen/u - ihnen/Ihnen

haar = ihr

Slide 13 - Slide

3de naamval voorzetsels

aus - uit

bei - bij

mit - met

nach - naar,na

von - van

zu - naar (bij personen)

Slide 14 - Slide

Dusss .....

Kommst du zu mir oder ich zu dir?

Mit ihm möchte ich mal Fußball spielen

Von Ihnen habe ich Deutsch gelernt, Frau Kruidhof

Slide 15 - Slide

In een tabel

Slide 16 - Slide

Auftrag

Ga naar link in Its (planner van vandaag)

Maak opdrachten van 13

Bekijk uitlegfilmpjes

Resultaat: Maak opdrachten van E opnieuw (minimaal 65% goed

Fertig? Maak opdrachten van G Schreiben

Slide 17 - Slide

Was hast du gelernt?

Slide 18 - Slide

die Hausarbeit

Maak: Opdrachten van G Schreiben

Leer: Lernliste D-N: Teil A, C, D und H

Lernliste N-D

Grammatik E Teil A en B

Af zijn: de opdrachten van de delen A, B, D, E en H.

Slide 19 - Slide

Afspraak maken voor de toets:

Kapitel 1:

Lerliste N-D/D-N

Grammatik: verleden tijd van haben en sein

Kapitel 2:

Lernliste D-N

Slide 20 - Slide