Quiz en huiswerkopdracht





Mens en Dienstverlening
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson





Mens en Dienstverlening

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Lesdoel bespreken
2. Quiz
3. Uitleg huiswerkopdracht
4. Starten met presentatie
5. Evaluatie 

Slide 2 - Slide







Lesdoel: Ik leer over de gebruiksvoorwerpen in de  keuken (Quiz) en ik start een presentatie voor een huiswerkopdracht

Slide 3 - Slide

Wat is dit?
A
een koekenpan
B
een braadpan
C
een bakpan
D
een pannenlap

Slide 4 - Quiz

Waar kook je op?
A
op een warmhoudplaatje
B
op een oven
C
op een fornuis
D
ik kook nooit

Slide 5 - Quiz

Wat is dit?
A
een beslagkom
B
een schaaltje
C
een bolzeef
D
een vergiet

Slide 6 - Quiz

Hoe noem je een vork, mes en lepel samen?
A
het bestek
B
het bestik
C
het bestok
D
het bestuk

Slide 7 - Quiz

Waarmee droog je je vaat af?
A
een handdoek
B
een vaatdoek
C
een theedoek
D
een pannenlap

Slide 8 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
bakken
B
snijden
C
braden
D
koken

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je aardappelpuree?
A
met een spatel
B
met een pollepel
C
met een garde
D
met een stamper

Slide 10 - Quiz

Waarin bak je een ei?
A
in een koekenpan
B
in een braadpan
C
in een steelpan
D
in een beslagkom

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?
A
een theedoek
B
een vaatdoek
C
een handdoek
D
een schuurspons

Slide 12 - Quiz

Waar gebruik je een schuurspons voor?
A
om af te drogen
B
om op te ruimen
C
om schoon te maken
D
om te koken

Slide 13 - Quiz

Wat is een goede tafelmanier?
A
Je handen afvegen aan het tafelkleed.
B
Een boer laten tijdens het eten.
C
Smakken.
D
Met mes en vork eten.

Slide 14 - Quiz

Bij hoeveel graden gaat water koken?

Slide 15 - Open question

Wat is dit?
A
een lepel
B
een schuimspaan
C
een pollepel
D
een spatel

Slide 16 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
vlees koken
B
vlees snijden
C
vlees bakken
D
vlees braden

Slide 17 - Quiz

Waarin bak je een pizza?

Slide 18 - Open question

Presentatie starten
1. Lesdoel: Ik leer wat mise-en-place betekent
2. Voorbereiding voor een huiswerkopdracht 
3. Je maakt een start met Powerpoint 
Je gaat thuis koken of bakken

Slide 19 - Slide

Presentatie starten
Je opent Powerpoint 

Je slaat deze op: "Jouw naam en naam van je recept"
 Recept (Dia 1) Je plaatst hier een foto of recept dat je denkt te gaan maken 
Mise en place (Dia 2) Je plaats hier een foto mise en place of legt dit uit  
Gasten en beoordeling  (Dia 3) Voor wie ga je koken of bakken? Hoe smaakt het gerecht?
Informatie over 1 ingrediënt (Dia 4) of maak daar een foto van
* ?  (Dia 5) Eigen inbreng of foto van eindresultaat

Je gaat thuis koken of bakken en elke dia krijgt een foto



*Hier zet je een onderzoeksvraag neer en deze ga je uitwerken

Slide 20 - Slide

Evaluatie






Mise-en-place (in eigen woorden vertellen)
Huiswerkopdracht (datum en magister) 
Cijfer bij de deur voor mevrouw Jansen

Slide 21 - Slide