woorden les 9+10a

fatum
A
echtgenoot
B
leider
C
lot
D
bevel
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

fatum
A
echtgenoot
B
leider
C
lot
D
bevel

Slide 1 - Quiz

agere
A
voeren
B
leiden
C
doen
D
maken

Slide 2 - Quiz

scelus
A
echtgenoot
B
misdaad
C
bevel
D
uiterlijk

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van scelus?

Slide 4 - Open question

interea
adeo
mox
antea
zo(zeer)
spoedig
eerder
intussen

Slide 5 - Drag question

olim
valde
quidem
num
echter
toch niet?
heel erg
eens

Slide 6 - Drag question

met welke naamval gaat sine?
A
nom
B
gen
C
abl
D
acc

Slide 7 - Quiz

Wat betekent sine?

Slide 8 - Open question

met welke naamval gaat de?
A
nom
B
gen
C
abl
D
acc

Slide 9 - Quiz

Wat betekent de?

Slide 10 - Open question

Wat is het perfectum van iubere?
A
iussi
B
iussum
C
iubui
D
iubibi

Slide 11 - Quiz

Wat betekent iubere?

Slide 12 - Open question

Wat is dus de betekenis van iussi?
A
Ik bevelde
B
ik beviel
C
ik beval
D
ik heb bevolen

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN betekenis van petere?
A
gaan naar
B
vragen
C
zoeken
D
trachten te bereiken

Slide 14 - Quiz

nuntiare
desiderare
ostendere
monere
waarschuwen
berichten
missen
tonen

Slide 15 - Drag question