Wereldoriëntatie 5/6 - Algemeen tekstbegrip | 'Leven in oorlogstijd'


Ik wil meer weten!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Introduction

Digibordles

Items in this lesson


Ik wil meer weten!

Slide 1 - Slide

Ik kan vertellen over het dagelijks leven in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 2 - Slide

Wat valt je op aan de vorm, de kopjes, de titel en de plaatjes?

Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Wat is dit voor tekst?
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Wat weet je er al van?
Schrijf in tweetallen de antwoorden op een blaadje.

Slide 3 - Slide

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de
vragenmuur.
Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Slide 4 - Slide

Woordenschat:
Tweede Wereldoorlog, dictator, macht, merken, voor zich winnen, onderdrukken, tegenwerken, kritiek leveren, ontslagen, gevangenzetten.
De leerkracht
doet het voor

Slide 5 - Slide

Woordenschat:
anti-Joods, regels, aanhangers, nazi’s, antisemitisch, verantwoordelijk houden, hoge 
werkloosheid, regime, allerlei, instellen, deporteren, concen-tratiekampen.
We doen het samen.

Slide 6 - Slide

Vat de tekst verder samen. Doe dit in tweetallen.

Slide 7 - Slide

Tekstgerichte vragen:
Wie was aan de macht in ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Waarom waren de Duitse soldaten in het begin vriendelijk tegen de Nederlanders?
Welke voorbeelden geeft de tekst voor het uitsluiten (niet meer mee mogen doen) van de Joodse bevolking?
Waarom moesten Joden een ster op hun kleding dragen, denk je?
Welke keuze zou jij maken? In het verzet of niet? En waarom? (Er is geen goed of fout.)
In de Tweede Wereldoorlog werd een distributiesysteem (systeem om te verdelen) bedacht met bonnen zodat iedereen een gelijke kans had om producten te kopen. Dit zorgde voor heel lange rijen. Zou jij een beter systeem kunnen
bedenken?


Markeer de antwoorden in de tekst of schrijf ze in je aantekeningen!

Slide 8 - Slide

Cito-vraag
Wat is je leesdoel als je een informatieve tekst leest?
A. Iets te weten komen.
B. Iemands mening te weten komen.
C. Leren hoe je iets moet doen.

Slide 9 - Slide

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 
Wat heb je opgeschreven?
Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt?
Wat heb je geleerd van de tekst?

Slide 10 - Slide

Tot de 
volgende keer!

Slide 11 - Slide