NaSk1 jaar 3 - Les 57: Elektriciteit

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:

Maak de opdrachten af van het opdrachtenblad van vorige les




 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek
- Pen en potlood

 




Startopdracht:

Maak de opdrachten af van het opdrachtenblad van vorige les




 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Herhaling Elektriciteit
  • Afsluiting


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kent hoofdstuk 3: elektriciteit






















































Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat en is het stil
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Slide

Nu absenties
Herhaling: Stroomkring
1. Spanningsbron
2. Draadjes
3. Gebruiker, bijvoorbeeld:
  • Lampje
  • Computer
  • Strijkijzer
4. Spanningsbron


Open of gesloten stroomkring

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

stroomkring met schakelaar
gesloten stroomkring

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Symbolen die bij het tekenen van een schakeling gebruik worden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Serie-schakeling                            Parallel-schakeling                                              

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voltmeter

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ampèremeter

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

elektrische weerstand
Weerstand bepaalt hoe makkelijk stroom ergens door heen gaat. 

Hoe groter de weerstand hoe moeilijker de stroom er door heen kan. 

Geleider heeft kleine weerstand, isolator een grote weerstand. 

Weerstand meet je met een multimeter
Weerstand (R) meet je in ohm (Ω)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een tosti-apparaat heeft een stroomsterkte van 6,5 A. de spanning is 230V. Bereken de weerstand van het tosti apparaat. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • I = 6,5 A          U = 230 V
  • Weerstand (R)  
  •  R = U : I 
  •  R = 230 : 6,5 = 35,5 
  •  De weerstand is 35,5 Ω

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Watt is vermogen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vermogen
Vermogen is het energieverbruik per seconde verbruikt 

De afkorting voor vermogen is de hoofdletter van het Engelse woord voor vermogen, power.
 
De eenheid van vermogen is  watt (W).

1 kilowatt (kW) = 1000 W 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening arbeid: 
Een wasmachine is aangesloten op het lichtnet (230V). de stroomsterkte door de wasmachine is 13,3 A. Bereken het vermogen van de wasmachine. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • U = 230 V             I = 13,3 A 
  • Vermogen P =?
  •  P = U x I
  •  P = 230 x 13,3 = 3059
  • Het vermogen is 3059 W

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Energiegebruik bereken
Het energiegebruik hangt af van het vermogen en de tijd. Het energiegebruik bereken je met de volgende formule: 
E=Pt
E = energiegebruik in kilowattuur (kWh)
P = vermogen in kilowatt (kW)
t = tijd in uren (h)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Grootheid
Symbool
Eenheid
afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Capaciteit
C
ampere-uur
Ah
Weerstand
R
ohm
Ω
Vermogen
P
Watt
W
Energie
E
Kilowattuur
kWh
Rendement
n
procent
%
Vul tabel aan:  

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld berekening
voorbeeld berekening Energiegebruik: 
Klaas-Jan gebruikt zijn oven met een vermogen van 3500W voor 90 min. Bereken het energie gebruik van de oven. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • P = 3500 W = 3,5 kW             T = 90 min = 1,5 h 
  • Energiegebruik E = ?
  •  E = P x t
  • E = 3,5 x 1,5 = 5,25
  • Het energiegebruik is 5,25 kWh

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk: opdracht 16 t/m 27op pagina 96

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken ZS

Maak de opdrachten over elektriciteit op het opdrachtenblad

- Niet klaar? Huiswerk
5minuten ZS









timer
5:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken ZS

Maak de opdrachten over dichtheid op het opdrachtenblad

- Niet klaar? Huiswerk
5minuten ZS









timer
5:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Wanneer blijft iets drijven?
  • Hoe bereken je de dichtheid?
  • Welke eenheden gebruik je?
  • Waardoor oefent een gas druk uit?
  • Hoe bereken je de druk?
  • Waarmee meet je de druk?
  • Waar vind je informatie over druk?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions