4.1.6 Geboorteregeling

geboorteregeling


Opdracht:
Bedenk met je groepje zoveel mogelijke manier om niet zwanger te worden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

geboorteregeling


Opdracht:
Bedenk met je groepje zoveel mogelijke manier om niet zwanger te worden

Slide 1 - Slide

anticonceptie

periodieke onthouding
coïtus interruptus
condoom
de pil
Nuvaring
prikpil
anticonceptiepleister
implanon
vrouwencondoom
pessarium
spiraaltje
sterilisatie (man/vrouw)


Slide 2 - Slide

onbetrouwbare methoden


-periodieke onthouding
- coïtus interuptus

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

voorkomen van een bevruchting
door hormonen:

de pil (dagelijks)
anticonceptiepleister (wekelijks)
nuvaring (3 weken)
prikpil (12 weken)
implanon (3 jaar)

Slide 5 - Slide

voorkomen van bevruchting
barrièremethode

- condoom (ook tegen soa's)
- vrouwencondoom (ook tegen soa's)
- pessarium (niet tegen soa's)

Slide 6 - Slide

sterilisatie man
sterilisatie vrouw

Slide 7 - Slide

Waarom is een meisje ongeveer 5 dagen per 4 weken vruchtbaar?
A
Een eicel blijft 5 dagen in leven
B
Een zaadcel blijft 5 dagen leven
C
Een ovulatie duurt gemiddeld 5 dagen
D
Een menstruatie duurt gemiddeld 5 dagen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Waarom is coïtus interruptus onbetrouwbaar
A
In het voorvocht zitten al wat zaadcellen
B
jongens zijn vaak te laat met het terugtrekken

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Waarom is een condoom een populair voorbehoedsmiddel?
A
Het is goedkoop
B
Het is betrouwbaar
C
het beschermt ook tegen geslachtsziekten
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

wat is niet waar?
A
de pil geeft hormonen af
B
je moet de pil dagelijks innemen
C
je krijgt geen eisprong als je de pil slikt
D
de pil is onbetrouwbaar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

de Nuvaring
A
Moet je elke week vervangen
B
Beschermt ook tegen geslachtsziekten
C
Kan bloedstolsels veroorzaken
D
Zorgt dat een bevrucht eitje niet kan innestelen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

wat is een nadeel van de prikpil?
A
Het kan jaren duren voor je weer ongesteld wordt
B
het is onbetrouwbaar
C
Je kunt het makkelijk vergeten
D
Je moet alle weken een injectie

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

een anticonceptiepleister
A
moet je op je eierstokken plakken
B
is onbetrouwbaar
C
moet je elke week vernieuwen
D
geeft geen hormonen af

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

wat is een voordeel van een vrouwencondoom?
A
Je kunt het al uren voor je vrijt indoen
B
het is betrouwbaarder dan het mannencondoom
C
het is goedkoper dan het mannencondoom
D
Je kunt het meerdere keren gebruiken

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

wat is een nadeel van een spiraaltje?
A
je moet het niet vergeten in te brengen
B
het werkt aborterend
C
het moet vaak vervangen worden
D
je kunt je maar 1 keer gebruiken

Slide 24 - Quiz

wat is waar over sterilisatie?
A
ingreep is minder ernstig bij mannen dan bij vrouwen
B
bij mannen worden de teelballen verwijderd
C
bij vrouwen worden de eierstokken verwijderd
D
kan niet meer ongedaan maken

Slide 25 - Quiz

wanneer begint het leven?

Slide 26 - Slide

ongewenste zwangerschap


morningafterpil (binnen 72 uur)
abortuspil (tot de 7e week)
zuigcurettage (tot de 13e week)
late abortus (tot 23e week)

Slide 27 - Slide

Hulp? 

- zelf opvoeden
- pleeggezin
- adoptie

Slide 28 - Slide