1. Je moet alle werkwoorden in alle tijden kunnen vervoegen.
2. Pak alle stencils erbij (zie its-bronnen) en pak het boek erbij (grammatica)
3. Let op; alle tijden staan door elkaar: presente / gerundio / indefinido / perfecto / imperfecto / imperativo (afirmativo+negativo) / futuro
4. Opdracht: vervoeg de werkwoorden ¡Suerte!