1 vmbo-bk thema 5.4 Waarnemen en regelen: zien

5.4 Zien
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4 Zien

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhaling 5.3 horen
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 5.4 zien
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

Sleep de juiste prikkel naar het juiste zintuig
Het oor
De tong
De huid
Het oog
De Neus
Geluid
Voelen
Geur
Licht
Smaak

Slide 3 - Drag question

Met welk nummer wordt het trommelvlies aangegeven
A
4
B
5
C
7
D
8

Slide 4 - Quiz

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 5 - Drag question

Wat is de juiste volgorde van het geluid door het oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies
B
gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorgang
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes
D
trommelvlies - gehoorgang- gehoorbeentjes

Slide 6 - Quiz

Waar ontstaan in het gehoororgaan de berichten die naar de hersenen worden verstuurd ?
A
gehoorbeentjes
B
trommelholte
C
slakkenhuis
D
gehoorgang

Slide 7 - Quiz

De eenheid van geluidssterkte is
A
Hertz
B
decibel
C
kg
D
liter

Slide 8 - Quiz

Horen

Slide 9 - Slide

Horen
oorschelp: vangt geluiden op

de geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies
het trommelvlies gaat vervolgens trillen

in de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken; dit houdt het trommelvlies soepel



Slide 10 - Slide

Horen
Achter het trommelvlies bevindt zich de trommelholte.
in de trommelholte zitten de gehoorbeentjes.

Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in trilling.
De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.

Slide 11 - Slide

Horen
In het slakkenhuis liggen gehoorzintuigcellen.

Hierin worden impulsen gemaakt onder invloed van de geluidstrillingen.
Deze impulsen gaan via je gehoorzenuw naar je hersenen

Slide 12 - Slide

Belangrijk!!!

De weg die geluid maakt:
oorschelp -> gehoorgang -> trommelvlies -> gehoorbeentjes -> slakkenhuis met gehoorzintuigcellen -> gehoorzenuw

Slide 13 - Slide

leerdoelen vandaag (5.4)
Aan het einde van de les:
- kun je de organen rondom het oog noemen met hun functies en kenmerken
- kun je in een afbeelding van het oog de onderdelen benoemen
- kun je van de delen van het oog de kenmerken en functies noemen

Slide 14 - Slide

5.4 Zien
De gezichtszintuigen liggen in de ogen.
Licht is de prikkel voor je ogen.

De ogen liggen goed beschermd in je oogkassen.
Er zijn nog meer onderdelen die je ogen beschermen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

5.4 Zien
bescherming van het oog:
- wenkbrauwen: zorgen ervoor dat het zweet niet in je ogen loopt
- oogleden: beschermen de ogen tegen vliegjes en stof
- wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en tegen te fel licht

Slide 18 - Slide

5.4 Zien
bescherming van het oog:
- de traanklieren maken traanvocht: tegen uitdroging en zorgt voor wegspoelen van stofjes uit het oog
- je knippert met je oogleden: de oogleden verspreiden zo het traanvocht over je ogen
- het traanvocht wordt afgevoerd naar de neusholte via traanbuizen


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

5.4 Zien
buitenkant van het oog:
- harde oogvlies: witte gedeelte van de oogbol: beschermt het binnenste van het oog.
- iris: gekleurde gedeelte van de oogbol, kan verschillende kleuren hebben
- pupil: opening in de iris: hierdoor dringt het licht het oog binnen
- hoornvlies: ligt over de iris en de pupil heen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

5.4 Zien
bouw van het oog:
- oogspieren: zitten in de oogkassen vast aan het harde oogvlies; hiermee kan je je ogen draaien naar de richting waarnaar je kijkt.
- glasachtig lichaam: doorzichtige massa in het oog

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Zien
de bouw van het oog:
- netvlies: binnenste laag van het oog: hierin liggen de gezichtszintuigcellen waar de impulsen ontstaan
- oogzenuw: impulsen gaan via hier naar de hersenen
- gele vlek: in het centrum van het netvlies: hiermee zie je het scherpst
- blinde vlek: hier zie je niks, hier verlaat de oogzenuw het oog
- lens: ligt achter de iris en de pupil; zorgt ervoor dat er licht op het netvlies valt

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

BELANGRIJK!!!
De weg van het licht:

hoornvlies --> pupil --> lens --> glasachtig lichaam --> netvlies

In de zintuigcellen van het netvlies ontstaan impulsen. De impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen. In de hersenen word je je bewust van wat je ziet.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

VRAGEN??

Slide 29 - Slide

zelf aan de slag
5.4 Zien: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 19 t/m 23 maken


Slide 30 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kun je de organen rondom het oog noemen met hun functies en kenmerken
- kun je in een afbeelding van het oog de onderdelen benoemen
- kun je van de delen van het oog de kenmerken en functies noemen

Slide 31 - Slide

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
iris
Harde oogvlies
Glasachtig lichaam

Slide 32 - Drag question