begrijpen van een schrijfopdracht

voorbereiden schrijfexamen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

voorbereiden schrijfexamen

Slide 1 - Slide

doel van de les
Herhalen: je weet wat moet je doen bij het schrijfexamen
Je weet hoe je het handig kunt aanpakken
Je weet wat de voor- en nadelen van spellingscontrole zijn
Je hebt geoefend met het bekijken van een schrijfopdracht
(ook de huiswerkopdracht uitnodiging)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Je gaat volgende week een schrijfexamen maken. Waar word je op beoordeeld bij het examen?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Je hebt in het totaal 75 minuten. Als je tijd om is stopt de toets automatisch. Je moet 3 opdrachten schrijven. Hoe lang heb je ongeveer de tijd per opdracht?

Slide 6 - Open question

spellingscontrole
hoe ga je ermee om?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht: schrijf een advertentie.
Wat is dan het belangrijkste doel van de tekst die je gaat schrijven?
A
amuseren
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 9 - Quiz

Opdracht: voor docenten een verslag over je stage maken. Wat is dan het belangrijkste doel van je tekst?
A
amuseren
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bedenk voor je gaat schrijven

Slide 16 - Slide

Wat is het doel van je bericht over het oppasbaantje?

Slide 17 - Open question

Andere schrijfopdracht om te bekijken
Je hebt met een aantal studenten een uitstapje georganiseerd naar de schaatsbaan. Er zijn veel andere studenten gekomen en jullie hebben ook bij het restaurant wat gedronken. Het was leuk maar niet alles is even goed gegaan. Je maakt een verslag van het uitstapje voor je docenten.          

Slide 18 - Slide

Wat voor tekst moet je maken bij deze opdracht?
A
advertentie
B
brief
C
verslag
D
bericht

Slide 19 - Quiz

Vervolg van de opdracht: verslag schrijven

                         In het verslag:
 introduceer je het onderwerp;
 beschrijf je wat jullie hebben gedaan tijdens het uitstapje. Leg ook uit waarom  jullie voor deze activiteit hebben gekozen;
 leg je uit wat er goed ging tijdens het uitje. Noem minimaal twee positieve reacties van studenten;
 leg je uit wat er minder goed ging tijdens het uitstapje. Leg uit waarom dit   vervelend was;
 noem je minimaal twee verbeterpunten voor een volgend uitstapje;
 sluit je af met een persoonlijke conclusie over het uitstapje.
Je mag de informatie zelf verzinnen.





Slide 20 - Slide

Wat is het doel van de tekst die je schrijft?
A
amuseren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen/overhalen

Slide 21 - Quiz

Wat/ wie is je publiek: voor wie maak je dit verslag?
A
voor de studenten
B
voor mezelf
C
voor de docenten
D
voor de directeur

Slide 22 - Quiz

Waar moet je dan aan denken bij je taalgebruik?

Slide 23 - Open question

Vervolg van de opdracht: verslag schrijven

                         In het verslag:
introduceer je het onderwerp;
 beschrijf je wat jullie hebben gedaan tijdens het uitstapje. Leg ook uit waarom  jullie voor deze activiteit hebben gekozen;
 leg je uit wat er goed ging tijdens het uitje. Noem minimaal twee positieve reacties van studenten;
 leg je uit wat er minder goed ging tijdens het uitstapje. Leg uit waarom dit   vervelend was;
 noem je minimaal twee verbeterpunten voor een volgend uitstapje;
 sluit je af met een persoonlijke conclusie over het uitstapje.
Je mag de informatie zelf verzinnen.





Slide 24 - Slide

Wat is een goede titel voor de tekst bij deze opdracht?

Slide 25 - Open question

Hoe zou je het verslag kunnen beginnen (het onderwerp introduceren)?

Slide 26 - Open question

Mogelijke beginzinnen:
  • Dit is een verslag over het uitstapje naar de ijsbaan.
  • In januari hebben we een uitstapje naar de ijsbaan georganiseerd. Dit is een verslag over dit uitstapje.
  • In dit verslag vertel ik hoe het uitstapje naar de ijsbaan is gegaan.
  • ...

Slide 27 - Slide

de huiswerkopdracht bekijken

Slide 28 - Slide

Wat is het doel van jouw tekst?

Slide 29 - Open question

voorbeelden van geschreven teksten.
Bekijk de teksten. 
Feedback geven: tops en tips!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Nog een voorbeeld van een schrijfopdracht zoals in de examens

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat voor soort tekst moet je schrijven?
A
artikel over lezen
B
e-mail aan een organisatie
C
voorlichtingsfolder
D
brief aan een organisatie

Slide 35 - Quiz

In de e-mail:
- leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
- vertel je waarom je voorlichtingsmateriaal nodig hebt;
- noem je minimaal twee redenen waarom je het onderwerp 'lezen met kinderen' hebt gekozen;

Schrijf hieronder jouw tekst bij het 1e streepje: waarom stuur je de e-mail?

Slide 36 - Open question

In de e-mail:
- leg je uit waarom je de e-mail stuurt;
- vertel je waarom je voorlichtingsmateriaal nodig hebt;
- noem je minimaal twee redenen waarom je het onderwerp 'lezen met kinderen' hebt gekozen;

Schrijf hieronder jouw tekst bij het 3e streepje: twee redenen waarom je het onderwerp hebt gekozen

Slide 37 - Open question

Tip bij het examen: zelf goed nakijken!!!
  • Lees altijd je tekst zelf goed door.
  • Controleer of je alles uit de opdracht hebt gedaan.
  • Controleer of je goede zinnen hebt gemaakt en of alles duidelijk is.
  • Controleer je spelling en of je hoofdletters en punten hebt gezet.

Slide 38 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 39 - Open question

Veel succes!

Slide 40 - Slide