Consumptiemaatschappij

Consumptiemaatschappij en de 
gevolgen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Consumptiemaatschappij en de 
gevolgen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Na de les kun je uitleggen: 
-waarom de consumptiemaatschappij een gevolg is van de gestegen welvaart
-5 gevolgen  van de consumptiemaatschappij
-Waarom was de vrouwenemancipatie ook een gevolg van de consumptiemaatschappij?


Slide 2 - Slide

Voor of tegenstander van Drees?

Slide 3 - Slide

Het lukt!
  • De welvaart groeit enorm

  • Prijzen en lonen worden losgelaten en mensen krijgen eindelijk weer meer loon (maar ook: hogere prijzen...)

  • Nederland wordt een consumptiemaatschappij: ook het kopen van luxe wordt belangrijk.

Slide 4 - Slide

In 1963 spreken we van een loonexplosie: door onder andere een tekort aan arbeiders stijgen de lonen dat jaar zeker 15 procent. 

En mensen geven het geld uit aan luxe producten

Slide 5 - Slide

Wat is dit?
A
bladblazer
B
stofzuiger
C
broodrooster
D
vacuüm-apparaat

Slide 6 - Quiz

Wat is dit?
A
koeler
B
sapcentrifuge
C
wasmachine
D
broodmachine

Slide 7 - Quiz

Wat is dit?
A
telefoon
B
intercom
C
rekenmachine
D
telegram-apparaat

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
luidspreker
B
televisie
C
telefoon
D
radio

Slide 9 - Quiz

Wat is dit?
A
luidspreker
B
televisie
C
telefoon
D
radio

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
geldkistje
B
broodtrommel
C
kassa-lade
D
koelbox

Slide 11 - Quiz

Gestegen welvaart + vrije loonpolitiek = kopen luxe goederen = consumptiemaatschappij

Slide 12 - Slide

Het grootste luxe product: de auto

Slide 13 - Slide

Op een zonnige eerste Pinksterdag in 1955 ontstaat dan ook de eerste file bij Oudenrijn. De mensen uit de Randstad willen naar het bos, en de mensen uit het bos willen naar de stad. Halverwege komen ze elkaar tegen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

De economie bloeit en Nederland gaat massaal aan de auto. In 1964 wordt de miljoenste auto verkocht, veel meer dan waar de staat op had gerekend.

Slide 16 - Slide

Tegelijkertijd groeit het aantal verkeersslachtoffers naar ruim duizend per jaar. Want er zijn weinig regels: geen snelheidslimieten, geen gordels, geen valhelmen en op alcohol is geen limiet.
Menig Nederlander weet bovendien niet hoe hij of zij zich moet gedragen op de snelweg. Even de auto omdraaien of achteruitrijden, dat gebeurt.

“Ja wat wil je, ze hadden niks anders gedaan dan op enkelbaans wegen gereden,”

Slide 17 - Slide

Maar er waren meer gevolgen...

Slide 18 - Slide

Maar meer dingen veranderen... zoals de winkels

Slide 19 - Slide

Mensen gingen meer van het leven verwachten: ze wilden genieten

Slide 20 - Slide

verstedelijking: mensen trekken naar de stad die steeds groter wordt. 

Slide 21 - Slide

Vrouwen houden tijd over en gaan andere dingen doen: werken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Maatschappij waarin mensen veel eten en daardoor overgewicht een groter probleem wordt in de samenleving.
B
Maatschappij waarin het kopen van (luxe)goederen de status (of je rijk of arm bent) van mensen bepalen.
C
Maatschappij waarin mensen alleen geld hebben voor basisbehoeften, zoals eten en onderdak.

Slide 24 - Quiz

De "amerikanisering" is een ..... van de consumptiemaatschappij.
A
oorzaak
B
gevolg
C
nadeel
D
voordeel

Slide 25 - Quiz

Hiernaast zie je provo's. Zij zijn tegen een consumptiemaatschappij.

Welke jeugdbeweging is ook tegen een consumptiemaatschappij?
A
De nozems
B
De Hip-hoppers
C
De hippies
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 26 - Quiz

Wederopbouw
Marshallplan
Babyboom
Verzuiling
Geleide loonpolitiek
Verzorgingsstaat
Consumptiemaatschappij
Oliecrisis

Slide 27 - Drag question

Wat is een van de oorzaken van de consumptiemaatschappij?
A
loslaten geleide loonpolitiek
B
einde WOI
C
nieuwe uitvindingen in de industrialisatie
D
opening van nieuwe winkels met televisies

Slide 28 - Quiz

Mobiliteit
Secularisatie
Consumptiemaatschappij

Slide 29 - Drag question