Les 4.3 De koude oorlog op zijn kookpunt (1)



De Koude Oorlog

Paragraaf 4.3 - De koude oorlog op zijn kookpunt
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



De Koude Oorlog

Paragraaf 4.3 - De koude oorlog op zijn kookpunt

Slide 1 - Slide

Planning
  • Online les, hoe doen we dat?
  • Herhaling
  • Instructie
  • Filmpje
  • HW maken

Slide 2 - Slide

Online les
  • Je microfoon is altijd gedempt (behalve als je de beurt krijgt).
  • Je camera is altijd aan, ik wil jullie kunnen zien.
  • wil je iets zeggen? Handje omhoog en dan krijg je vanzelf de beurt.
  • Tijdens het maken van werk kun je via de teams omgeving vragen stellen.

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 4 - Slide

Herhaling
Conferentie van Potsdam?
  • Definitieve verdeling van Duitsland.
  • Truman (VS) verteld Stalin (SU) over atoombom.
  • Stalin wil zo min mogelijk afspraken vastleggen (waarom?)
  • Stalin wil herstelbetalingen van DE

Slide 5 - Slide

NAVO
Bondgenootschap tussen westerse landen. Aangesloten landen beloofden elkaar te steun bij een aanval op één van hen.
(1949)

Warschaupact
De Sovjet unie richtte als samen met landen uit het oosten het Warschaupact op, als tegenhanger van de NAVO
(1955)



Slide 6 - Slide

Verenigde naties (VN)
(1945)
  • Organisatie waar bijna alle landen lid van zijn.
  • De Veiligheidsraad van de VN mag ingrijpen/troepen sturen bij een gevaarlijke situatie.
  • In 1950 stuurde de VN een internationaal leger naar Korea.


Waarom grijpt de VN in de huidige situatie op de wereld niet in?

Slide 7 - Slide

Korea oorlog
  • Zuid koreaanse leger + Leger van de VN onder leiding van VS
tegen
  • Noord Koreaanse leger + communistische troepen uit China

  • Zware strijd die  eindigt in een wapenstilstand.
(1950-1953)

Deze wapenstilstand is nog steeds van kracht..

Slide 8 - Slide

4.3 De koude oorlog op zijn kookpunt

Slide 9 - Slide

Splitsing van Duitsland
  • 1949 Oprichting van de BRD. 
    - Bundes Republik Deutschland.
    - Kapitalistisch.

  • 1949 Oprichting van de DDR.
    - Deutsche Demokratische Republik
    - Communistisch. 

  • Alleen in Berlijn was vrij reizen toegestaan. 

Slide 10 - Slide

Bundes Republik Deutschland
  • In West-Duitsland groeide de kapitalistische economie.
  • Er was een democratie (geallieerden waren wel eindverantwoordelijk).
    Geen eigen leger, geen ministerie van buitenlandse zaken. 
  • Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. 
  • Burgers mochten zich vrij verplaatsen. 
  • Maar ook werkloosheid en armoede.


Slide 11 - Slide

Deutsche Demokratische Republik

  • Geen economische vooruitgang vanwege planeconomie (zevenjarenplan).
  • Verbod op staking of protesten, geen vrijheid van meningsuiting of persvrijheid: dictatuur.
  • Staatspolitie (Stasi) hield haar burgers in de gaten (via afluisterapparatuur, volgen op straat of via buren, vrienden en collega's.
  • Maar iedereen had een bestaanszekerheid: baan, hulp bij ziekte etc. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Veel mensen willen vluchten uit het Communistische oosten. Hiervoor moeten zij over het ijzeren gordijn of  vanaf oost naar west Berlijn reizen. Vanuit West Berlijn kun je dan verder vluchten.

Slide 14 - Slide

Waarom een muur?

  • Via Oost-Berlijn kun je West-Berlijn betreden voor bijvoorbeeld werk.

  • Veel Oost-Berlijners zien het rijke westen en willen weg.

  • De Oost-Duitse regering ziet dit als een grote bedreiging voor de toekomst van hun land: Berlijn moet dicht.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Gevolgen
  • Bouw van De Berlijnse Muur, augustus 1961.

  • Vluchtelingenstroom neemt sterk af. Wel: veel ontsnappingen, vaak met dodelijke afloop...

  • Vergeet dit ook niet: ontsnappen betekende vaak dat je je familie nooit meer zag.


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen welke politieke en economische verschillen er waren tussen West- en Oost-Duitsland. 

Slide 23 - Slide

Bundes Republik Deutschland
  • In West-Duitsland groeide de kapitalistische economie.
  • Er was een democratie (geallieerden waren wel eindverantwoordelijk).
    Geen eigen leger, geen ministerie van buitenlandse zaken. 
  • Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. 
  • Burgers mochten zich vrij verplaatsen. 
  • Maar ook werkloosheid en armoede.


Slide 24 - Slide

Deutsche Demokratische Republik

  • Geen economische vooruitgang vanwege planeconomie (zevenjarenplan).
  • Verbod op staking of protesten, geen vrijheid van meningsuiting of persvrijheid: dictatuur.
  • Staatspolitie (Stasi) hield haar burgers in de gaten (via afluisterapparatuur, volgen op straat of via buren, vrienden en collega's.
  • Maar iedereen had een bestaanszekerheid: baan, hulp bij ziekte etc. 

Slide 25 - Slide

Huiswerk.
Lezen: 4.3 De Wapenwedloop & Oorlog in Vietnam.
maken: Hoofdstuk 4 paragraaf 3: opgave: 3, 4, 5, 6, 7 , 10 en 12

Slide 26 - Slide