2.1 - U3 - opdracht over school in Frankrijk

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

l'épiphanie
le 6 janvier

Slide 2 - Slide

l'épiphanie
le 6 janvier
une galette des rois

Slide 3 - Slide

Début janvier, les Français célèbrent l'épiphanie et mangent une galette des rois.

Mais c'est quoi, exactement?

Slide 4 - Slide

L'épiphanie, c'est quoi?
Sur le calendrier, cette fête a lieu le 6 janvier, mais elle peut être fêtée sur plusieurs jours.
À l’origine, l’Épiphanie est une fête chrétienne. Selon cette religion, l’Épiphanie correspond au jour où les Rois mages, des rois venus d’Orient, ont donné leurs cadeaux à l’Enfant Jésus qui venait de naître.

Slide 5 - Slide

Vrai ou Faux:
Men mag de "Épiphanie" alleen op 6 januari vieren.
A
Vrai
B
Faux

Slide 6 - Quiz

Vrai ou Faux:
De Epiphanie is oorspronkelijk een Christelijke feest.
A
Vrai
B
Faux

Slide 7 - Quiz

Vrai ou Faux:
Op 6 januari, viert men de aankomst van de drie koningen na de geboorte van Jesus.
A
Vrai
B
Faux

Slide 8 - Quiz

4

Slide 9 - Video

00:24
Wie bepaalt wie een stuk van de driekoningentaart krijgt volgens de traditie?
A
een baby
B
de jongste familielid
C
de oudste kind van de familie
D
de oudste familielid

Slide 10 - Quiz

00:40
Wie wordt "koning(in)" op 6 januari?
A
de jongste familielid
B
wie het meest taart eet
C
wie het figuurtje in zijn stuk taart vindt.
D
de kleinste familielid.

Slide 11 - Quiz

01:06
Het woord "Epiphanie" komt van de Griekse taal en betekent "l'apparition" in het Frans. Wat betekent het in het Nederlands?
A
de verschijning
B
de verdeling
C
de viering
D
de bevolking

Slide 12 - Quiz

01:29
De traditie om een figuurtje in een taart te stoppen komt van ...
A
de Fransen
B
de Romeinen
C
de Grieken

Slide 13 - Quiz

Zou je deze taart willen proeven?
A
Oui
B
Non

Slide 14 - Quiz

Aan het eind van de les:
weet je meer over school in Frankrijk
Qu'est-ce qu'on va faire?

  • intro Unité 3
  • opdracht met tafelgroepje
  • quiz: wat heb je onthouden?

Slide 15 - Slide

Unité 3

Welke Franse woorden over school ken je al?

Slide 16 - Slide

opdracht: l'école en France 

HOE?                        met tafelgroepje
HULP nodig?        info zit in de envelop  
ANTWOORDEN?  laat controleren
                                   & ontvang de 'sleutel'  voor de laatste vraag
KLAAR?                   QUIZ (klassikaal)
             





 



timer
15:00

Slide 17 - Slide

je suis en cinquième
A
ik zit op school
B
ik zit in de bovenbouw
C
ik zit in de brugklas
D
ik ben vijftien jaar

Slide 18 - Quiz

j'ai quinze ans
A
ik zit op school
B
ik zit in de bovenbouw
C
ik zit in de brugklas
D
ik ben vijftien jaar

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de eerste dag na de vakantie?

Slide 20 - Open question

Als je in de onderbouw zit,
ga je naar 'le lycée'
A
VRAI
B
FAUX

Slide 21 - Quiz

3-5 jaar
6-10 jaar
11-14 jaar
15-17 jaar
le lycée
l'école primaire
le collège
l'école maternelle

Slide 22 - Drag question


Wat zou het cijfer in Nederland zijn?
A
6
B
7
C
8
D
10

Slide 23 - Quiz

woordjes A in Learnbeat
De uitspraak

Slide 24 - Slide

À la fin du cours:
  • Stoel aanschuiven.
  • Rommel? In prullenbak.


  • Rustig lokaal uit.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video