3 vmbo-pm 4.1 ordening: organismen ordenen

Thema 4: Ordening en evolutie
4.1 organismen ordenen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4: Ordening en evolutie
4.1 organismen ordenen

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
- leerdoelen vandaag
- nieuwe theorie: 4.1 organismen ordenen
- zelf aan de slag
- herhalen leerdoelen/korte quiz
- afsluiten les

Slide 2 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je wat ordenen betekent
- weet je op basis waarvan organismen geordend worden
- weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn
- ken je de indeling van organismen in steeds kleinere groepen
- weet je wat een soort is en wat een ras is

Slide 3 - Slide

nieuwe theorie - ordenen 
Ordenen is het indelen van organismen in groepen

Daarbij wordt gelet op gemeenschappelijke kenmerken.

Je kan organismen onderverdelen in steeds kleinere groepen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

nieuwe theorie - domeinen 
op het hoogste niveau worden organismen in 3 domeinen ingedeeld:
1. Bacteriën
2. Archaea, lijken op bacteriën; sommigen hebben speciale eigenschappen
3. Eukaryoten: planten, dieren schimmels en protisten

Slide 6 - Slide

nieuwe theorie - rijken 
Onder het niveau van de domeinen, zijn de organismen ingedeeld in vier rijken:
1. Bacteriën
2. Schimmels
3. Planten 
4. Dieren

Slide 7 - Slide

planten
dieren
schimmels
bacteriën

Slide 8 - Drag question

organismen worden ingedeeld in domeinen en rijken door te kijken naar 4 kenmerken

1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 9 - Slide

Heeft een plantencel een celkern, celwand en/of bladgroenkorrels
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
een plant heeft alledrie

Slide 10 - Quiz

plantencel

Slide 11 - Slide

Heeft een dierlijke cel een celkern, celwand en/of bladgroenkorrels?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
celkern en celwand

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

schimmel

Slide 14 - Slide

bacterie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

nieuwe theorie - relatieve grootte

relatieve grootte = grootte in vergelijking met andere organismen

Slide 17 - Slide

nieuwe theorie - soort en ras
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.

Individuen van 1 soort kunnen tot verschillende rassen behoren: de Labrador en de Poedel zijn beide hondenrassen en behoren tot dezelfde soort, namelijk de hond.

Slide 18 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 19 - Slide

zelf aan de slag
H4.1 opdracht 1 t/m 8 (blz. 148 werkboek)

Slide 20 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- weet je wat ordenen betekent
- weet je op basis waarvan organismen geordend worden
- weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn
- ken je de indeling van organismen in steeds kleinere groepen
- weet je wat een soort is en wat een ras is

Slide 21 - Slide

In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld?

Slide 22 - Open question

Wat zijn kenmerken van een bacterie?
A
eencellig, een celkern en een celwand.
B
eencellig, geen celkern, wel een celwand
C
meercellig, een celkern en een celwand
D
meercellig, geen celkern, wel een celwand

Slide 23 - Quiz

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?
A
celkern
B
celwand
C
zowel een celkern als een celwand
D
geen van beide

Slide 24 - Quiz

Wanneer behoren organismen tot 1 soort?

Slide 25 - Open question

huiswerk
H4.1 opdracht 1 t/m 8

Slide 26 - Slide