4.1 Smaken verschillen

4.1 Smaken verschillen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.1 Smaken verschillen

Slide 1 - Slide

Goedemiddag Strijders
Iedereen de toetsweek overleefd?
Hoe gaat het eigenlijk met jullie?

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • redenen noemen waarom consumenten bepaalde producten kopen.
  • uitleggen wat de smaak van consumenten beïnvloed.
Wat gaan we leren?

Slide 3 - Slide

Werken!
Schrijf op een blaadje waarom jij iets zou kunnen kopen.
Dus wat kan een reden zijn?

Daarbij schrijf je op wie jouw allemaal beinvloeden hierbij

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Goederen zijn voorwerpen die je aan kunt raken en kunt kopen/verkopen. Voorbeelden hiervan zijn schoenen, een nieuwe laptop of de boodschappen.

Diensten zijn producten producten die je niet kan aanraken. Iemand doet iets voor jou. Voorbeelden hiervan zijn een bezoek aan de kapper of een telefoonwinkel die je telefoon repareert.




Het kopen van een fiets, het laten repareren van je telefoon, het kopen van een broodje in de schoolkantine; dit zijn allemaal voorbeelden van consumeren.

Consumeren van goederen en diensten

Slide 6 - Slide

Werken!
Schrijf op een blaadje waarom jij iets zou kunnen kopen.
Dus wat kan een reden zijn?

Daarbij schrijf je op wie jouw allemaal beinvloeden hierbij

Slide 7 - Slide

Smaken verschillen! Mensen maken hun keuze op basis van:
  • Persoonlijke smaak
  • Prijs en bruikbaarheid
  • Mode
  • Bekendheid
  • Vernieuwing
Wat bepaalt wat jij koopt?

Slide 8 - Slide

Word jij beïnvloed door anderen?
Vrienden
Influencer
Familie
Reclame
Technologische ontwikkeling
Professioneel advies

Slide 9 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 6 t/m 11 van hoofdstuk 4.1 smaken verschillen op bladzijde 106 en 107.

Huiswerk

Slide 10 - Slide

Reclames zijn een invloed op de aankopen van de consument
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Reclames zijn geen invloed op de aankopen van de consument
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Mode is een invloed op de aankopen van de consument
A
niet waar
B
waar

Slide 13 - Quiz

Een pen is een vorm van goederen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Een schoonmaakster levert goederen
A
niet waar
B
waar

Slide 15 - Quiz