Herhaling Toetsstof HF 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herhaling Toetsstof HF 4

Driehoeken

Paragrafen 4.1 t/m 4.5 

Welke driehoek is rechthoekig?


Welke driehoek is rechthoekig?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke driehoek(en) zijn gelijkbenig?

1. Driehoeken A en B
2. Driehoek A
3. Driehoeken A en D
4. Driehoeken A, B en D

Welke driehoek is scherphoekig?

1. Driehoek A
2. Driehoek B
3. Driehoek C
4. Driehoek D

Welke driehoek(en) zijn stomphoekig?

1. Driehoek B
2. Driehoeken B en D
3. Driehoek A en B
4. Driehoek D

Welke driehoek is gelijkzijdig?

1. Driehoek 1
2. Driehoek 2
3. Driehoek 3
4. Driehoek 4

Teken bovenstaande driehoek 

4.2 Driehoeken tekenen met twee bekende hoeken

- Doe deze opdracht met je geodriehoek in je schrift

- Doe dit zelfstandig in stilte (steek je vinger op als je klaar bent)

Teken bovenstaande driehoek 

4.3 Driehoeken tekenen met twee bekende zijden

- Doe deze opdracht met je geodriehoek in je schrift

- Doe dit zelfstandig in stilte (steek je vinger op als je klaar bent)

Teken bovenstaande driehoek 

4.3 Driehoeken tekenen met je passer

- Doe deze opdracht met je geodriehoek & passer op je blaadje

- Doe dit zelfstandig in stilte (steek je vinger op als je klaar bent)

Met welke woordformule kun je de oppervlakte van een driehoek berekenen?

Welke zijde kun jet het
beste als basis kiezen?

1. Zijde AC
2. Zijde BC
3. Zijde AB
4. Geen van allen

Welke zijde kun jet het
beste als basis kiezen?

1. Zijde EF
2. Zijde DF
3. Zijde DE
4. Geen van allen

Wat is de oppervlakte
van driehoek ABC?

1. 15x7x2=210cm^2
2. 15x7:2=52,5 cm^
3. 15x7:2=46cm^2
4. 15x7x2=225cm^2