SPQR thema 1 en 2 t/m les 8 leerdoelencheck

Leerdoelencheck Latijn 
Thema 1 en 2 t/m les 8
1 / 23
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelencheck Latijn 
Thema 1 en 2 t/m les 8

Slide 1 - Slide

Voordat we beginnen... hoe voel je je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
feminam
feminis
femina
feminas
feminae
feminis
feminae
femina
feminae
feminarum

Slide 3 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
donum
dona
donum
dono
donis
donorum
doni
dona
donis
dono

Slide 4 - Drag question

Noteer het rijtje van rex

Slide 5 - Open question

Groep 1
(femina)
Groep 2
(servus/
donum)
Groep 3
(rex/
nomen)
silentium
custos
turba
pater
Romanus
puella
puer
caput

Slide 6 - Drag question

welke naamval kan 'pugnae' NIET zijn?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je 'nominibus' NIET vertalen?
A
voor de namen
B
van de namen
C
met de namen
D
door de namen

Slide 8 - Quiz

Welke naamval is 'eum/eam'
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je 'ei' NIET vertalen?
A
voor hem
B
voor haar
C
zij
D
hun

Slide 10 - Quiz

Welke naamval is 'me'
A
nominativus
B
ablativus
C
dativus
D
accusativus

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je 'vobis' vertalen?
A
voor jullie
B
van jullie
C
door ons
D
voor ons

Slide 12 - Quiz

Sleep alle functies en vertalingen naar de naamval waar ze bij horen.
nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ablativus
Bijvoeglijke bepaling
Onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
vertalen met 'van'
vertalen met 'aan/voor' 
vertalen met 'met/door/in'

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Zo, dat was thema 1. Wat is je gevoel tot nu toe?
Ik ben een baas.
Komt wel goed, mevrouw.
Nog maar even wat herhalen...
S.O.S.

Slide 15 - Poll

Welke werkwoordstam bestaat NIET in het Latijn?
A
a-stam
B
e-stam
C
mk-stam
D
o-stam

Slide 16 - Quiz

Sleep de vormen naar de juiste stam
a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam
clamare
amittere
audire
invitare
accendere
regere
tenere
scire
gaudere

Slide 17 - Drag question

Welke vier werkwoordstijden kennen jullie in het Latijn? Schrijf ze alle vier op.

Slide 18 - Open question

Zet 'terres' in het meervoud (houd persoon gelijk)

Slide 19 - Open question

Zet 'vocamus' in het enkelvoud(houd persoon gelijk)

Slide 20 - Open question

Wat is het meervoud van 'mittit'?
A
mittunt
B
mittent
C
mittant
D
mittint

Slide 21 - Quiz

Wat is de vertaling van audiunt?
A
zij hoort
B
zij horen
C
zij hoorde
D
zij hoorden

Slide 22 - Quiz

Maak een selfie die aangeeft hoe goed je de leerdoelen van Latijn beheerst.

Slide 23 - Open question