Waarom mag je geen telefoon in de klas gebruiken?
Hij kreeg ruzie omdat hij iemand pestte.
Je mag geen slechte dingen zeggen.
Mensen zijn niet altijd aardig.
Ik moest lachen om de grap.
Pesten is verkeerd.
Ik denk goed na, voor ik iets doe.
Hij schreef een gemeen bericht op Whats app.