De kracht van verhalen

Wat is fictie?
1 / 10
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is fictie?

Slide 1 - Open question

Wat is non-fictie?

Slide 2 - Open question

Je kunt een spijker
oplossen in Coca cola! Dit is..
A
Een broodje aapverhaal.
B
Dit is waar.
C
Dit is een feit.
D
Dit is een mening.

Slide 3 - Quiz

Wie spelen een rol in een mythe?
A
Kabouter, heksen of witte wieven.
B
Mythische wezens zoals het monster van Lochness.
C
Goden, half-goden of mythische wezens.
D
Heiligen.

Slide 4 - Quiz

Wat is een legende?
A
Een verhaal met een heilige in de hoofdrol/
B
Een verhaal met goden en half-goden.
C
Een verhaal met een monster in de hoofdrol.
D
Een verhaal met kabouters en heksen.

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van een sprookje?
A
Amuseren.
B
Kinderen wat leren.
C
Overtuigen.
D
Een moralistische boodschap overbrengen.

Slide 6 - Quiz

Wat is realistisch binnen fictie?
A
Is echt gebeurd.
B
Is niet echt gebeurd.
C
Kan echt gebeuren.
D
Fictie is altijd realistisch.

Slide 7 - Quiz

De hoofpersoon herken je aan;
A
Zijn of haar uiterlijk.
B
Zijn of haar stem.
C
Zijn of haar acties.
D
Zijn of haar gevoelens en gedachten.

Slide 8 - Quiz

De wolf in Roodkapje is een?
A
Type
B
Karakter
C
Schurk
D
Held

Slide 9 - Quiz

De jager in Roodkapje is..
A
Een type.
B
Een karakter.
C
Een schurk.
D
Een held.

Slide 10 - Quiz