Thema Ruzie (les 5)

Thema Ruzie
Bouwstenen: routines
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema Ruzie
Bouwstenen: routines

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

4e uur
  • Supermarkt opdracht
  • Filmpje
  • Routines nazeggen
  • Gatentekst
  • Zelfstandig werken
  • Toets 'film' bespreken
  • Quizlet

5e uur
  • Foutentekst
  • Oefentoets
  • Schrijfopdracht
  • Woordspel

6e uur
  • Toets

Slide 2 - Slide

Supermarkt opdracht

Hoe is het gegaan?

Slide 3 - Slide

Kijk naar de video
Daarna komen er drie vragen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waarom is Xin boos op Martin?

Slide 6 - Slide

Waarom is Martin boos op Xing?

Slide 7 - Slide

Wat zeg of roep je
als je ruzie hebt?

Slide 8 - Mind map

Wat leer je deze les?
Aan het eind van deze les ken je een aantal zinnen  die je kunt zeggen als je ruzie hebt.

Aan het eind van de les ken je je de betekenis van deze zinnen.

Slide 9 - Slide

Routines
Stop met pesten!



Het spijt me.


 Ik zal het nooit meer doen.

Dat wist ik niet, sorry.


Hij heeft een grote mond.


Dat pik je toch niet?




Slide 10 - Slide

Pak een wisbordje

Slide 11 - Slide

Lees de zin. Welke zin past er goed bij?

Slide 12 - Slide

Ik wil niet meer dat je me pest.
A
Stop als je daar komt!
B
Stop met pesten

Slide 13 - Quiz

Ik ben heel boos op jou.
A
Dat maakt veel uit.
B
Het spijt me.

Slide 14 - Quiz

Je pest mij altijd.
A
Ik zal het altijd blijven doen.
B
Ik zal het nooit meer doen.

Slide 15 - Quiz

Ik ben echt bang voor jou, omdat je altijd pest.
A
Dat geeft niets hoor.
B
Dat wist ik niet, sorry.

Slide 16 - Quiz

Niemand durft hem te pesten,...
A
want hij heeft dat nooit gezegd.
B
want hij heeft een grote mond.

Slide 17 - Quiz

Pest iedereen jou in de klas?
A
Dat doe je toch niet?
B
Dat pik je toch niet?

Slide 18 - Quiz

Lees de zinnen. Welke betekenen ongeveer hetzelfde?

Slide 19 - Slide

Stop met pesten.
A
Excuses.
B
Hij is brutaal.
C
Hou op met pesten.
D
Dat laat je toch niet gebeuren?

Slide 20 - Quiz

Het spijt me.
A
Excuses.
B
Hij is brutaal.
C
Hou op met pesten.
D
Dat laat je toch niet gebeuren?

Slide 21 - Quiz

Ik zal het nooit meer doen.
A
De volgende keer doe ik het niet meer.
B
Hij is brutaal.
C
Hou op met pesten.
D
Dat laat je toch niet gebeuren?

Slide 22 - Quiz

Hij heeft een grote mond.
A
De volgende keer doe ik het niet meer.
B
Hij is brutaal.
C
Hou op met pesten.
D
Dat laat je toch niet gebeuren?

Slide 23 - Quiz

Dat pik je toch niet?
A
De volgende keer doe ik het niet meer.
B
Hij is brutaal.
C
Hou op met pesten.
D
Dat laat je toch niet gebeuren?

Slide 24 - Quiz

Lees de woorden. Zet de woorden in de goede volgorde.
Let op de leestekens!

Slide 25 - Slide

met Stop pesten !

Slide 26 - Open question

spijt Het me.

Slide 27 - Open question

nooit doen Ik zal het meer.

Slide 28 - Open question

wist . Sorry ik dat niet ,

Slide 29 - Open question

een heeft Hij grote mond .

Slide 30 - Open question

pik Dat je toch niet ?

Slide 31 - Open question

Foutentekst

  • Je krijgt nu de tekst. Lees deze tekst in stilte.
  • Omcirkel het juiste antwoord.
timer
15:00

Slide 32 - Slide

DISK boek thema 8 'ruzie'
Opdr. 1 t/m 6, 8, 9

Nastya, Artur, en Lev: opdr. 1 t/m 4


Slide 33 - Slide

Disk: zelfstandig werken
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Ruzie.

Wil je alvast de oefentoets maken? Vraag het je docent!

Slide 34 - Slide

Bespreken toets


Alles van tafel

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link

Foutentekst
Streep het foute antwoord door.

Slide 37 - Slide

Schrijfopdracht
Wat ga je doen?

Gebruik zinnen met een werkwoord. Let op de woordvolgorde. Schrijf minimaal 5
zinnen.
Je staat buiten op je vriendin te wachten, ze moest naar de wc. Je krijgt een
whatsapp:

Slide 38 - Slide

TOETS
Veel succes! 

Ben je klaar? Lever de toets bij mij in en begin aan thema 8 'technologie' op de laptop.

Slide 39 - Slide

Spel - The Hot Seat

Slide 40 - Slide

Spelregels
  • twee teams
  • twee stoelen met rugleuning naar het bord
  • Een persoon van het team moet in de stoel plaatsnemen zodat hij niet het woord mag zien.
  • Het team mag niet direct het woord zeggen maar moet het woord omschrijven
  • Persoon op de hot seat moet met een omschrijving van zijn team het woord dat op het bord staat raden en hard oproepen 
  • De persoon die als eerst met zijn team het het goede woord raad en roept wint de ronde.

Slide 41 - Slide

Toets

Slide 42 - Slide