Märchen

Was weiβt du von....
Märchen?
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Was weiβt du von....
Märchen?

Slide 1 - Mind map

Volksmärchen
Kunstmärchen
Mündlich
Geschrieben
Anonym
Autor
Brüder Grimm
Christian Andersen
Warnung
Unterweisen

Slide 2 - Drag question

Notizen machen

Slide 3 - Slide

Brüder Grimm: Aufgaben
* Opdrachten op bladzijde 2 van je werkboek
* Lees de opdrachten goed door, de antwoorden schrijf je in het werkboek
* Je maakt de opdrachten alleen
* Je mag tot ......... aan je opdrachten werken
* Als je klaar bent vertel je in het Duits aan je buurman/vrouw over jouw idool 

Slide 4 - Slide

Zaubersprüche
* Erste Zaubersprüche schon im Mittelalter
* Von Mönchen aufgeschrieben 
* Zaubersprüche gegen Unheil und Krankheit
* Viel verwendet in Märchen
* Auch heute noch populär

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Zauberspruch: Aufgaben
* Opdrachten op bladzijde 3 en 4 van je werkboek
* Lees de opdrachten goed door.  Aufgabe 1 neem je op met de    
   voicerecorder op je telefoon,  Aufgabe 2 maak je in het werkboek
* Je maakt de opdrachten in tweetallen.  Ik lees de toverspreuk één keer voor
* Je mag tot ......... aan je opdrachten werken
* Je opname lever je via its learning in bij de opdracht "Zauberspruch" onder 
    het vak Duits.
* Als je klaar bent  verzin je je eigen toverspreuk. 

Slide 7 - Slide

Er gebeurde veel in de wereld. Amerika verklaarde zich onafhankelijk van Engeland en een aantal jaren laten brak in Frankrijk  de Franse Revolutie uit. Andere landen voelden zich bedreigt door het motto "Vrijheid, gelijkheid en broederschap" en begonnen daarom een oorlog tegen Frankrijk . Tijdens deze oorlog werd Napoleon Bonaparte een belangrijke militair.
Revolutie
Napoleon wilde het duitse keizerrijk kapot maken en sloot daarom met een aantal duitse deelstaten de "Rheinbund". Hierdoor werd hij de baas in deze gebieden. Hij voerde veel veranderingen door, zoals vrijheid van religie en het afschaffen van gunsten aan de adel. Toch vonden veel mensen het niet prettig dat een fransman de baas was in Duitsland.
Rheinbund
Veel mensen waren het  niet eens met Napoleon. Toen het franse leger in Rusland verslagen werd, durfden ook de duitsers in opstand te komen. Napoleon werd verslagen en op het "Wiener Kongress" werden afspraken gemaakt over hoe Duitsland er uit zou moeten zien. Omdat niet iedereen het hiermee eens was ontstonden onrusten, die  die door de koningen hard werden aangepakt. 
Wiener Kongress
Veel mensen waren teleurgesteld en bemoeiden zich niet meer met de politiek.  Ze wilden rust en trokken zich terug in hun eigen familie en omgeving.  Ze waren op zoek naar een betere samenleving en zagen de middeleeuwen als voorbeeld. Een tijd, waarin veel volksverhalen (sprookjes) verteld werden.
Vlucht naar het verleden

Slide 8 - Slide

Der Froschkönig: Aufgabe
* Opdracht op bladzijde 5 van je werkboek
* Door op de link (blauwe regel) te dubbelklikken krijg je het sprookje te     
    horen. Je noteert de 21 getallen die in het sprookje genoemd worden. 
    Weet je een getal niet, dan laat je dat vakje leeg.
 * Je mag het sprookje twee keer luisteren.  
* Je mag tot ......... aan de opdracht werken
* Als je klaar bent  haal je bij mij een verbind-de-puntjes puzzel

Slide 9 - Slide

Neuschwanstein
Het  kasteel Neuschwanstein is met 1,4 miljoen bezoekers per jaar een van de drie meest bezochte bezienswaardigheden van Duitsland.
De bouw  begon in 1869 in opdracht van de verlegen  Koning Ludwig II, die het liet bouwen om zich terug te kunnen trekken.  Na zijn dood werd de bouw  stilgelegd en werd het sprookjeskasteel geopend voor publiek. 
die 16 Bundesländer
Nederland

Slide 10 - Slide

Dornröschen: Aufgaben
* Opdrachten op bladzijde 6 van je werkboek
* Opdracht 1 maak je in je werkboek; lees eerst de vragen door!. Opdracht 2
    maak je op je device. Je gebruikt internet en word.
 * Vragen over het werken met de laptop kun je aan je buurman/vrouw of aan       mij stellen.
* Je mag tot ......... aan de opdracht werken
* Als je klaar bent maak je deze online  puzzel:         https://www.jigsawplanet.com/?rc=play&pid=1128a04c4184

Slide 11 - Slide

Romantik

Slide 12 - Slide

Sind Märchen Literatur?
* Romantik bedeutet  "in der Volkssprache geschrieben"
* Entstanden aus mittelalterlichen Heldenlieder und Balladen
* In der Romantik gab es keine feste Regeln worüber und wie 
   geschrieben werden soll 

Slide 13 - Slide

Sind Märchen Literatur? Warum denkst du das?

Slide 14 - Open question

Es gibt 4 sorten Romantische literatur
Jenaer Romantik
Deze stroming wil een zo volledig mogelijk beeld geven van de tijd waarin ze leven. 
Heidelberger Romantik
Kijkt vooral naar het verleden. Gebruikt vormen van Volksliteratuur en Gebruikt bestaande verhalen
Schwäbischer Romantik
Deze stroming protesteert tegen de manier waarop de koningen in Duitsland regeren.
Schwarzer Romantik
Bij deze vorm is er geen grens tussen werkelijkheid en fantasie.  Het dagelijkse leven en de sprookjes/spookwereld zijn met elkaar verbonden.

Slide 15 - Slide

Zu welcher Strömung gehören die Märchen von Grimm?
A
die Jenaer Romantik
B
die Heidelberger Romantik
C
die Schwäbischer Romantik
D
die Schwarzer Romantik

Slide 16 - Quiz

Der Rattenfänger von Hameln: Aufgaben
* Opdrachten op bladzijde 7 en 8 van je werkboek
* Je maakt de opdrachten in je werkboek
*  Voor opdracht 2 heb je een schaar en lijm nodig
* Je mag tot ......... aan de opdrachten werken
* Als je klaar bent maak je je eigen stripverhaal van dit sprookje       

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

die Bremer Stadtmusikanten: Aufgaben
* Opdrachten op bladzijde 9 en 10 van je werkboek
* Je maakt de opdrachten in je werkboek
* Je maakt de opdrachten in drietallen Bij opdracht 2 beslissen jullie samen hoe het verhaal er uit gaat zien.
* Je mag tot ......... aan de opdrachten werken
* Klaar: kijk dan deze moderne variant van het sprookje:

Slide 19 - Slide

Was hast du über
Märchen gelernt?

Slide 20 - Mind map

Schlagzeilen: Aufgabe
* Opdrachten op bladzijde 11 en 12 van je werkboek
* Zoek het juiste krantenartikel en sprookjesfiguur bij elkaar. 
* Je mag internet gebruiken als je een figuur niet kent
* Je mag tot ......... aan de opdrachten werken
* Als je klaar bent verzin je zelf een krantenartikel over een       
    sprookjesfiguur die je zelf kiest (mag ook een modern  
    sprookje zijn)      

Slide 21 - Slide