U5 les 2

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Vendredi 26 avril
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de kleren benoemen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren jij draagt;
- Jij kunt de kleuren in zinnen aanpassen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren iemand draagt;
- Jij kunt een tekst begrijpen over kleren en stijlen.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Ce n'est pas un vêtement :
A
la robe
B
la jupe
C
la circulation
D
la chemise

Slide 4 - Quiz

C'est un vêtement :
A
la chaussette
B
la porte
C
le rez-de-chaussée
D
la salle de bains

Slide 5 - Quiz

un short
une jupe
un pull
des chaussures

Slide 6 - Drag question

la robe
les chaussures
le pull
la chemise
le pantalon

Slide 7 - Drag question

De jurk
de trui
de schoen
de sok

het jasje
de stropdas
de pet
de hoed
la robe
le pull
la chaussure
la chaussette
la veste
la cravate
le chapeau
la casquette

Slide 8 - Drag question

Vertaal: Hij heeft een blauwe broek

Slide 9 - Open question

Et toi, qu'est-ce que tu portes ?

Slide 10 - Slide

Une jupe est :
A
vert
B
verteées
C
verte
D
vertes

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Les chaussettes sont :
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 13 - Quiz

Vertaal: Wij hebben grijze schoenen

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

C'est quoi, le festival de Cannes ?

Slide 16 - Mind map

Au festival de Cannes, tu portes des vêtements :
A
sérieux
B
hippies
C
cools ou chics
D
toujours noirs

Slide 17 - Quiz

Zelfstandig werken
Ouvre le livre page 16.
La classe lit le titre, l'introduction et les 4 paragraphes.
Fais les exercices des pages 17 (behalve exercice 5/ 2) et 18 (tot en met vraag 6).

Klaar? Kies een persoon op internet en beschrijf wat hij/ zij draagt! Gebruik kleren en kleuren.

Slide 18 - Slide

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt de kleren benoemen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren jij draagt;
- Jij kunt de kleuren in zinnen aanpassen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren iemand draagt;
- Jij kunt een tekst begrijpen over kleren en stijlen.

Slide 19 - Slide

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll