Les objectifs pour aujourd'hui :
- Jij kunt de kleren benoemen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren jij draagt;
- Jij kunt de kleuren in zinnen aanpassen;
- Jij kunt zeggen wat voor kleren iemand draagt;
- Jij kunt een tekst begrijpen over kleren en stijlen.