§4.1 - Verbranding

§4.1 Verbranding
Na deze les kun je uitleggen of benoemen:
* Wat de 3 voorwaarden voor een verbranding zijn en hoe je een brand kunt       doven.
* Wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
* Wat een verbrandingsreactie is.
* Wat de stappen van het opstellen van een verbrandingsreactie zijn.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§4.1 Verbranding
Na deze les kun je uitleggen of benoemen:
* Wat de 3 voorwaarden voor een verbranding zijn en hoe je een brand kunt       doven.
* Wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
* Wat een verbrandingsreactie is.
* Wat de stappen van het opstellen van een verbrandingsreactie zijn.

Slide 1 - Slide

Belangrijke begrippen uit hoofdstuk 3
Wat is ook al weer een exotherme en endotherme reactie?

Reactievergelijkingen kloppend maken.

Slide 2 - Slide

Herhaling: Ezelsbruggetje voor exotherme reactie
Bij een exotherme reactie komt er energie vrij
Je kan ook zeggen er gaat energie UIT.
Het wordt dus vanzelf WARMER.

Bij een endotherme reactie is er energie nodig.
Je kan ook zeggen er gaat energie IN.
Het koelt dus af.

Slide 3 - Slide

Wat zijn de voorwaardes voor een verbranding?



Tip: Het zijn er 3

Slide 4 - Slide

3 voorwaarden voor verbranding
Om een verbrandingsreactie te laten gebeuren zijn er 3 voorwaarden nodig: BRANDSTOF , ZUURSTOF , TEMPERATUUR
Als er (minimaal) ÉÉN onderdeel wordt weggenomen, dan dooft het vuur
Een verbrandingsreactie is altijd 
een EXOTHERME reactie!!

Slide 5 - Slide

Herkennen van een verbranding
Een verbrandingsreactie is makkelijk te herkennen of op te stellen.
Het is altijd een BRANDSTOF die reageert met ZUURSTOF (= O2)
Dit zijn dus ALTIJD de stoffen VOOR de PIJL;

                             Brandstof   +  Zuurstof    --> Reactieproduct
oftewel:            Brandstof    +        O2         --> Reactieproduct

Slide 6 - Slide

Brandstof
Bij een verbranding heb je nog 2 belangrijke begrippen:
VOLLEDIGE verbranding                          ONVOLLEDIGE verbranding

Hierbij is altijd                                               Hierbij is er een tekort aan  voldoende zuurstof                                    zuurstof

Slide 7 - Slide

Stoffen uit C-, H- en S-atomen bij verbranding
Deze moet je uit je hoofd leren, noteer dit ook!!!

Slide 8 - Slide

Reagentia/Indicatoren
Reagens:

Reageert met:
Wat gebeurt er:
Kalkwater
CO2 
(koolstofdioxide)
De heldere oplossing wordt troebel
Wit kopersulfaat
H2O (water)
wordt blauw

Slide 9 - Slide

Verbrandingsreactie zelf opstellen
Dit kan je doen door middel van het volgende stappenplan.
1. Schrijf de brandstof voor de pijl
2. Schrijf ook meteen O2 voor de pijl
3. Bekijk welke atomen in de brandstof zitten
4. Schrijf de juiste stoffen die ontstaan uit de atomen van de brandstof ACHTER de pijl.
5. Maak de reactievergelijking kloppend.

Slide 10 - Slide

Verbrandingsreactie zelf opstellen
Oefenen:

Volledige verbranding van methaan (aardgas) 
molecuulformule CH4

Onvolledige verbranding van methaan (aardgas)
molecuulformule CH4

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Opdracht: 1, 2, 4, 7 en 11 

Slide 12 - Slide

Leerdoelen gehaald?


* Wat zijn de 3 voorwaarden voor een verbranding en hoe kun je     een brand doven?
* Wat is het verschil tussen een volledige en onvolledige                      verbranding?
* Wat is een verbrandingsreactie?
* Wat zijn de stappen van het opstellen van een                                        verbrandingsreactie?

Slide 13 - Slide