Moedertaal

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Nederlands

Cursus 4.1

Moedertaal

Lezen

Pak je leesboek en ga 10  minuten in stilte lezen.

Planning

• Lezen
• Leerdoel voor vandaag
• Theorie 
• Samen oefenen 
• Quiz
• Beginnen aan huiswerk 
• Vandaag geleerd

Leerdoel

• Je leert:

wat moedertaal, tweede taal en vreemde taal zijn.

Moedertaal

Wat is een moedertaal?

Moedertaal

Wat is een moedertaal?

• Taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte..

Aan de slag

Pak je FLEX-boek erbij op blz. 86.

Lees tekst 1.

Maak opdracht 2 in je FLEX-boek.

Klaar? Lees in je leesboek.

Moedertaal is de eerste taal die je hoort.

1. Waar
2. Niet waar

Met moedertaal maak je al kennis in de buik van je moeder.

1. Waar
2. Niet waar

Moedertaal is de eerste taal die je hoort.

1. Waar
2. Niet waar

Baby's die net geboren zijn, kunnen nog geen verschil in taal horen.

1. Waar
2. Niet waar

Als baby's de moedertaal horen, zijn ze rustiger dan wanneer ze een vreemde taal horen.

1. Waar
2. Niet waar

Moedertaal

Wat is een moedertaal?

• Taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte.

Vreemde taal

Wat is een vreemde taal?

• Taal die je later leert spreken.

Tweede taal

Wat is een tweede taal?

• Taal die je er later bij leert en bijna net zo goed leert spreken als je moedertaal.

Aan de slag

• Pak je FLEX-boek erbij op blz. 87;
• lees tekst 2;
• maak opdracht 3 in je schrift.

Klaar? Lees in je leesboek.

Nakijken opdracht 3

1. Onderstreep in de tekst de woorden die met taal te maken hebben.

[1] Bart is geboren en opgegroeid in Nederland. Thuis en op school heeft hij altijd alleen Nederlands gesproken. Nederlands is dus zijn moedertaal. Op school heeft hij ook Frans geleerd. In die taal kan hij zichzelf voorstellen, eten bestellen en een hotelkamer reserveren. Maar het Franse journaal volgen of een sollicitatiebrief schrijven in het Frans is te moeilijk voor hem.

[2] Is Bart tweetalig? Nee, volgens de meeste mensen niet. Volgens hen ben je pas echt tweetalig als je twee of meer talen even goed kent. Je moet ze heel goed kunnen spreken, verstaan, lezen en schrijven.
[3] Er zijn op de wereld iets minder dan 200 landen, maar er bestaan ongeveer 6000 talen. Je snapt het al: de meeste mensen ter wereld gebruiken dus meer dan één taal. Ongeveer 80% van de wereldbevolking is tweetalig. In veel Afrikaanse landen gebruikt iedereen zelfs wel drie of vier talen. In de grote steden in Nederland (zoals Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) gebruikt meer dan de helft van de kinderen ook dagelijks meer dan één taal.

Nakijken opdracht 3

2. In de tekst gaat het over meertalig zijn. Wat betekent meertalig zijn?

• Je bent tweetalig als je twee of meer talen even goed kent. Je moet ze heel goed kunnen spreken, verstaan, lezen en schrijven.

3. Wat is volgens jou een voordeel van meertalig zijn?

• Bijvoorbeeld: Een voordeel van tweetalig zijn kan zijn dat je meer in een andere taal kunt begrijpen en spreken.

4. Wat kan een nadeel zijn van meertalig zijn volgens jou?

• Bijvoorbeeld: Een nadeel van tweetalig zijn kan zijn dat je de talen door elkaar haalt.

Quiz

• Pak je laptop en ga naar: lessonup.app

• meld je aan met de pincode.

Je moedertaal is:

1. De taal die je altijd met je moeder spreekt.
2. De taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte.
3. De tweede taal die je leerde.
4. Hetzelfde als je vadertaal.

Een tweede taal:

1. Is hetzelfde als een vreemde taal.
2. Is een taal die je weinig gebruikt.
3. Leer je spreken vanaf je geboorte.
4. Leer je er later bij.

Wanneer ben je meertalig?

1. Als je meer talen regelmatig gebruikt.
2. Als je één taal spreekt.
3. Als je je moedertaal vloeiend spreekt.
4. Als je in een andere taal alleen 'hallo' kunt zeggen.

Een vreemde taal

1. Is precies hetzelfde als een tweede taal.
2. Is hetzelfde als je moedertaal.
3. Is een buitenlandse taal die je later leert spreken.
4. Is een taal met gekke klanken.

Wat is volgens jou de meest gebruikte moedertaal ter wereld?

1. Arabisch
2. Mandarijn Chinees
3. Engels
4. Spaans

De meest gesproken
moedertalen ter wereld

1 - Mandarijn Chinees (1,2 miljard)

2 - Spaans (437 miljoen)

3 - Engels (372 miljoen)

4 - Arabisch (295 miljoen)

5 - Hindi (260 miljoen)

6 - Bengali (242 miljoen)

7 - Portugees (219 miljoen)

8 - Russisch (154 miljoen)

9 - Japans (128 miljoen)

10 - Punjabi (110 miljoen)

Aan de slag

• FLEX-boek blz. 87;
• lees de vragen van opdracht 4;
• bekijk het filmpje bij vraag 4 op je laptop;
• maak opdracht 4 in je schrift (huiswerk).

Klaar? Lees in je leesboek.

Herhaling

• Moedertaal: de eerste taal die we van onze ouders of verzorgers meekrijgen.

• Vreemde taal: taal die je later leert spreken.

• Tweede taal: taal die je er later bij leert en bijna net zo goed leert spreken als je moedertaal.

Leerdoel

• Ik kan:

het verschil herkennen tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.