This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Waar is de vraag naar producten van afhankelijk?
Slide 1 - Mind map
Waar is de vraag naar producten van afhankelijk?
Prijs
Inkomen
Bevolkingsomvang
Stand van de economie
Globalisering
Behoefte
Prijzen van andere producten (substituten en complementaire)
Slide 2 - Slide
Geef aan of vraag stijgt of daalt:
De terrorismedreiging neemt toe
A
Vraag daalt
B
Vraag stijgt
Slide 3 - Quiz
Geef aan of de prijs stijgt of daalt: De terrorismedreiging neemt toe
A
Prijs daalt
B
Prijs stijgt
Slide 4 - Quiz
Geef aan of vraag stijgt of daalt:
Mensen krijgen meer vrije tijd
A
Vraag daalt
B
Vraag stijgt
Slide 5 - Quiz
Geef aan of de prijs stijgt of daalt: Mensen krijgen meer vrije tijd
A
Prijs daalt
B
Prijs stijgt
Slide 6 - Quiz
Geef aan of vraag stijgt of daalt: De pensioenleeftijd gaat omhoog, ze hebben dus langer een hoger inkomen
A
Vraag daalt
B
Vraag stijgt
Slide 7 - Quiz
Geef aan of de prijs stijgt of daalt: De pensioenleeftijd gaat omhoog
A
Prijs daalt
B
Prijs stijgt
Slide 8 - Quiz
Geef aan of vraag stijgt of daalt:
De economie krimpt wereldwijd
A
Vraag daalt
B
Vraag stijgt
Slide 9 - Quiz
Geef aan of de prijs stijgt of daalt: De economie krimpt wereldwijd
A
Prijs daalt
B
Prijs stijgt
Slide 10 - Quiz
Conclusie:
Als de vraag daalt, daalt de prijs
Als de vraag stijgt, stijgt de prijs
Slide 11 - Slide
Betalingsbereidheid
Voor bepaalde producten heb je een prijs in je hoofd wat je er maximaal voor wilt betalen.
Een nieuwe spijkerbroek mag bijvoorbeeld niet meer kosten dan €75.
Dan is de €75 je betalingsbereidheid.
Slide 12 - Slide
Consumentensurplus
Als je de spijkerbroek die je op het oog hebt kunt kopen voor €50 ben je blij. Je hebt een voordeel van €25. Je had de broek immers ook voor €75 gekocht.
Deze €25 is je consumentensurplus
Slide 13 - Slide
Qv=-0,5P+80
Q staat nog steeds voor de hoeveelheid en de v staat voor de Vraag.
Qv is dus de gevraagde hoeveelheid.
Slide 14 - Slide
Qv=-0,5P+80
Qv is dus de gevraagde hoeveelheid.
Tussen de P en de Qv zit een negatief verband.
Als de prijs gaat stijgen, zal de vraag dalen
Als de prijs gaat dalen, zal de vraag gaan stijgen
Slide 15 - Slide
Qv=-0,5P+80
Als het product gratis is P=€0, dan zullen er 80 producten gevraagd worden
Slide 16 - Slide
Maak opgave 4.6 a & b en lever deze in met behulp van een foto.