- Je weet welk tekstdoel een uiteenzetting heeft.
- Je weet welke structuren geschikt zijn voor een uiteenzetting.
- Je kunt het schrijven van een uiteenzetting voorbereiden d.m.v. een schrijfplan.
- Je kunt geschikte bronnen zoeken/vinden bij jouw deelonderwerpen.
- Je kunt een uiteenzetting schrijven.
- Je kunt bij het schrijven van een uiteenzetting informatie uit bronnen omzetten in eigen woorden.
- Je kunt bij het schrijven van een uiteenzetting een logische structuur/opbouw gebruiken.
- Je kunt bij het schrijven van een uiteenzetting de spellingregels op de juiste manier gebruiken.