What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Groep 6 - Taal thema 2
Quiz thema 2
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz thema 2
Slide 1 - Slide
Schaken - Scrabble - Dammen - Sudoku
?
Slide 2 - Slide
Welk woord hoort boven de paraplu?
A
Bridge
B
Denksport
C
Poker
D
Lichamelijke oefening
Slide 3 - Quiz
Wat is voor spek en bonen meedoen?
A
Meedoen waarin je een belangrijke rol speelt
B
Ergens waarin je wel intrapt
C
Meedoen terwijl je spek en bonen eet.
D
Meedoen waarin je een onbelangrijke rol speelt
Slide 4 - Quiz
Wat is zijwaarts?
A
Naar de zijkant
B
Diagonaal
C
Naar de bovenkant
D
Naar beneden
Slide 5 - Quiz
Wat is sjokken?
A
Langzaam lopen en je tilt je voeten niet op
B
Hetzelfde als artisjok
C
Hetzelfde als lopen.
D
Heel snel rennen
Slide 6 - Quiz
Wat is 'ergens intrappen?'
A
Iets niet door hebben
B
Iets door hebben
C
Een ruitje intikken met een voetbal
D
Dat je ergens tegenaan trapt
Slide 7 - Quiz
Desondanks betekent:
A
Toch
B
Nog
C
Mekkeren
D
Zeuren
Slide 8 - Quiz
Wat is een denksport?
A
Schaatsen
B
Dammen
C
Tennis
D
Atletiek
Slide 9 - Quiz
Welke sport is niet op het ijs?
A
Schaatsen
B
Ijshockey
C
Snowboarden
D
Curling
Slide 10 - Quiz
Wat betekent z.o.z.?
A
Zoek Overkant Zijweg
B
Zoek Op Zee
C
Zie Omme Zijde
D
Zie Om Zijkant
Slide 11 - Quiz
Wat betekent E.H.B.O. ?
A
Eerste Hulp Bij Opvoeding
B
Eerste Hulp Boven Op
C
Eerste Hulp Bij Onderwijs
D
Eerste Hulp Bij Ongelukken
Slide 12 - Quiz
Sec. betekent:
A
Seconde
B
Secundair
C
Spoed evacuatie Circus
D
Secuur
Slide 13 - Quiz
Wat is de afkorting van O.L.V. ?
A
Op de Laatste Vrijdag
B
Onder Leiding Van
C
Op Last Van
D
Onder Leiden Voor
Slide 14 - Quiz
Welke sporten worden in een sporthal gespeeld?
Slide 15 - Mind map
Wat is een voorzetsel?
A
Op
B
Lopen
C
Ver
D
Ex
Slide 16 - Quiz
Wat is een voorvoegsel?
A
De
B
Het
C
Ex
D
In
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
De hoge golven breken op het witte strand.
A
Golven
B
Breken
C
Hoge
D
Strand
Slide 19 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Tijn en Chris spelen een partijtje voetbal maar ze schieten alles naast.
A
Schieten
B
Partijtje
C
Spelen
D
Tijn en Chris
Slide 20 - Quiz
Zet de persoonsvorm van de volgende zin, in de verleden tijd.
De scheids fluit een goede wedstrijd.
Slide 21 - Open question
Zet de persoonsvorm van deze zin in de verleden tijd:
Kim tennist elke week op zaterdag.
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Video
Wat is het onderwerp?
Thomas vindt dat de scheids vandaag niet zo goed fluit.
A
Vindt
B
Scheids
C
Thomas
D
fluit
Slide 24 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Sinterklaas is weer in het land met zijn pieten.
A
Pieten
B
Is
C
Land
D
Sinterklaas
Slide 25 - Quiz
Let op!! Wat is het onderwerp?
Het team heeft alles gewonnen op het toernooi.
A
Team
B
Het team
C
Het toernooi
D
Toernooi
Slide 26 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Deze quiz is nu bijna afgelopen....
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Groep 6 - Taal thema 2
October 2022
- Lesson with
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
taal thema 2
October 2022
- Lesson with
15 slides
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Onderwerp en persoonsvorm
March 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Lager onderwijs
persoonsvorm en onderwerp
May 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands - onderwerp/persoonsvorm
Secundair onderwijs
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Ontdek de Persoonsvorm en Het Onderwerp!
April 2024
- Lesson with
17 slides