Je schrijf geen tussen -n of -en
als het eerste deel:- geen zn is: hogeschool, huilebalk
- geen meervoud heeft: tarwemeel, melkfles
- alleen een meervoud heeft op een -s: aspergesoep, douchekraan
- een meervoud heeft op een -s en op -(e)n: groenteboer, geboortecijfer
- aangeeft hoe groot, goed, leuk iets is. (De samenstelling is dan een bn) reuzeleuk, apetrots
- uniek is (bestaat er maar één van): zonnebank, maneschijn