Rekenen met periodes

Rekenen met periodes
(rekenles paragraaf 3.1)
Lesdoel:

  1. Ik kan succesvol periodes omrekenen.
  2. Ik weet waarom we periodes omrekenen.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Rekenen met periodes
(rekenles paragraaf 3.1)
Lesdoel:

  1. Ik kan succesvol periodes omrekenen.
  2. Ik weet waarom we periodes omrekenen.

Slide 1 - Slide

Om te onthouden:
Om te onthouden:
1 jaar = 
4 kwartalen =
12 maanden =
52 weken =
365 dagen.

Slide 2 - Slide

Weken en maanden:






Omrekenen gaat altijd via 1 jaar!

Pas op!
1 maand heeft GEEN 4 weken

Slide 3 - Slide

Andere periode
Wat geldt voor weken en maanden, geldt eigenlijk voor alle periodes.

Reken altijd via 1 jaar!
Bijvoorbeeld van week naar kwartaal. Of van kwartaal naar week.

Slide 4 - Slide

Waarom rekenen we periodes om?
We kunnen bedragen alleen vergelijken als zij over dezelfde periode gaan. 

Voorbeeld: 380 euro per maand kun je niet vergelijken met 380 euro per week. 
380 x 12 = 4560 per jaar
380 x 52 = 19760 per jaar 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

23,50 per dag is .... per maand
A
714,79
B
710
C
712,60
D
714,90

Slide 7 - Quiz

450 euro per week is ..... per kwartaal
A
5852
B
5851
C
5853
D
5850

Slide 8 - Quiz

380 euro per maand is .... per kwartaal
A
1130
B
1141
C
1140
D
1131

Slide 9 - Quiz

Neem over en maak:
350 € per maand = Per jaar = Per week
2,80 € per dag = Per jaar = Per maand 
2400 € per maand = Per jaar = Per kwartaal 
1990 € Per kwartaal =  Per jaar = Per dag 
444,44 € Per week = Per jaar = Per kwartaal 
690 € Per maand = Per jaar = Per dag 
854,32 € Per kwartaal = Per jaar = Per dag 

Slide 10 - Slide