Kap 3 week 50 K4 regelmatige werkwoorden

Buch?
Heft?
Kugelschreiber?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Buch?
Heft?
Kugelschreiber?

Slide 1 - Slide

Was werden wir machen?
Regelmatig werkwoord op -en
Oefentoets Lesen (slide 20)
Oefentoets Hören (slide 21)

Slide 2 - Slide

Die erste Stunde
Regelmatige werkwoorden

Slide 3 - Slide

Lesdoel 
Aan het eind van de les kun je het regelmatige werkwoord vervoegen.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 7 - Quiz

machen
Warum ... er das?
A
machen
B
macht
C
mache
D
machst

Slide 8 - Quiz

lieben
... du deine Freundin?
A
liebe
B
lieben
C
liebt
D
liebst

Slide 9 - Quiz

heißen
Ihr ... Sandra und Felix.
A
heißen
B
heißt
C
heißst
D
heiße

Slide 10 - Quiz

lieben
Warum ... er Fußball so sehr?
A
liebt
B
liebe
C
lieben
D
liebst

Slide 11 - Quiz

wohnen
Der Mann ... in Australien
A
wohnen
B
wohne
C
wohnst
D
wohnt

Slide 12 - Quiz

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 13 - Quiz

machen
Peter, ... du das Fenster zu?

Slide 14 - Open question

wohnen
... du nicht bei mehr bei deinen Eltern?

Slide 15 - Open question

reisen
Wir ... nächstes Jahr nach Japan.

Slide 16 - Open question

schicken
Tina ... ihrer Familie eine Karte.

Slide 17 - Open question

heißen
Er ... doch Tim?

Slide 18 - Open question

Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 19 - Quiz

Die zweite Stunde
  • Oefentoets lezen
  • Wiederholung regelmatige werkwoorden maken Seite 114 18 19 20 22 23 

Slide 20 - Slide

die dritte Stunde



  • Grammatik afmaken Seite 114 m 18 19 20 22 23 
           uitleg voltooid deelwoord Seite 118 m 25 tm 28
  • Oefentoets luisteren

Slide 21 - Slide

Vertaal: de koffie
A
der Kaffee
B
die Kaffee
C
das Kaffee

Slide 22 - Quiz

Vertaal: de menukaart
A
der Speisekarte
B
die Speisekarte
C
das Speisekarte

Slide 23 - Quiz

Vertaal: het ijs
A
der Eis
B
die Eis
C
das Eis

Slide 24 - Quiz

Waarom is het
das Fleisch en niet der Fleisch?

Slide 25 - Open question

Waarom is het
die Suppe en niet der Suppe?

Slide 26 - Open question

Wat is je huiswerk? klas 2c/d
Dit vind je ook in OneNote:
leren S. 168 linker rij ND en A Sehen/ C Hören DN
maken S. 138 1(online) 2, 3 Sehen
             S. 140 4 tm 7 Wortschatz
               S. 144 11, 12(online) Hören

Slide 27 - Slide

Wat is je huiswerk klas 2b
Dit vind je ook in OneNote:
leren S. 168 rechter helft ND en D Lesen en Sprachmittel DN
maken S. 146 13- 16 Lesen

Slide 28 - Slide