3HV H4 Paragraaf 5 Van balans naar balans

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 5 Van balans naar balans

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Economie
Hoofdstuk 4 Paragraaf 5 Van balans naar balans

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat er bij balansmutaties altijd minstens twee veranderingen zijn.

Je kunt financiële feiten verwerken in de balans.

Je kunt kosten en opbrengsten verwerken in de resultatenrekening.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Balans
Balans:
  • Bezittingen
        links van de balans
        debetzijde (activa)
  • Schulden
        rechts van de balans
        creditzijde (passiva)
De balans is altijd in balans en is een momentopname!

Slide 7 - Slide

Mutatiebalans verkoop

Slide 8 - Slide

Mutatiebalans
Wat is er gebeurd?
Een bedrijf heeft een bedrijfsauto gekocht voor 3000 euro. 
Bedrijfsauto    + 3000
Bank                  - 3000

Slide 9 - Slide

Wat staat er op een mutatiebalans?
A
Het zelfde als op de gewone balans.
B
Crediteuren en debiteuren.
C
Alle posten die niet gewijzigd zijn.
D
Alleen de posten die gewijzigd zijn.

Slide 10 - Quiz

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Ontvangen per bank van debiteuren €6.400.
A
Debiteuren -€6.400 Kas -€6.400
B
Debiteuren +€6.400 Bank +€6.400
C
Debiteuren -€6.400 Bank +€6.400
D
Debiteuren +€6.400 Kas -€6.400

Slide 11 - Quiz

Welke mutatiebalans hoort bij onderstaande gebeurtenis?:
Per kas gekocht goederen €1.400.
A
Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
B
Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
C
Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
D
Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400

Slide 12 - Quiz

Opdrachten maken






Kijk in je studiewijzer met welke opdrachten je aan de slag kunt.

Slide 13 - Slide