Start Nederlands

 Welkom bij het vak Nederlands!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Welkom bij het vak Nederlands!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Voorstellen
  • Nederlands op de middelbare school
  • Quiz Nederlands

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
Naam: Floor Huijerjans
Leeftijd: 28 jaar

Favoriete boek: De Woordsmid en De Mitsukoshi Troostbaby Company


Slide 3 - Slide

Wie ben jij?
Noem je naam, leeftijd en je
favoriete boek.

Slide 4 - Mind map

Wat wil je graag gaan
doen/leren bij Nederlands?

Slide 5 - Mind map

Nederlands op de middelbare school
Wat ga je leren?
  • Fictie
  • Lezen
  • Woordenschat
  • Grammatica
  • Spelling
  • Schrijven
  • Spreken
  • Kijken en luisteren

Slide 6 - Slide

Nederlands op de middelbare school
Wat ga je doen?
  • 3 uur in de week -> huiswerk
  • Hoofdstuktoetsen
  • SO's (kijken en luisteren, werkwoordspelling)
  • Fictieopdrachten
  • Spreekopdracht

Slide 7 - Slide

Nederlands op de middelbare school
Wat heb je iedere les nodig?
  • Ta!ent (voorlopig alleen boek A)
  • Lijntjesschrift
  • Opgeladen iPad
  • Pen, potlood, gum, markeerstift
  • Plenda

Slide 8 - Slide

Waarom het belangrijk is dat je Nederlands krijgt?
Nou...

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Laat maar eens zien wat je al weet!

Slide 14 - Slide

Hoe heet deze schrijfster?
A
Thea Beckman
B
Annie M.G. Schmidt
C
Carry Slee
D
Mel Wallis de Vries

Slide 15 - Quiz

In welk land wordt geen Nederlands gesproken?
A
Aruba
B
België
C
Suriname
D
Luxemburg

Slide 16 - Quiz

Hoe heet de hoofdpersoon in het boek Het leven van een loser?
A
Bram Bootmans
B
Bram Botermans
C
Bram Boot
D
Bram Boterham

Slide 17 - Quiz

Hoeveel letters heeft het alfabet?
Antwoord in cijfers.

Slide 18 - Open question

De woorden 'de', 'het' en 'een' zijn...
A
Lidwoorden
B
Werkwoorden
C
Voorzetsels
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 19 - Quiz

Hoe schrijf je 'worden' in onderstaande zin?
Ik ... steeds beter in Nederlands!
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden

Slide 20 - Quiz

De persoonsvorm van een zin vind je door...
A
te vragen 'wie' of 'wat'?
B
de zin in een andere tijd te zetten.
C
van enkelvoud meervoud te maken (of andersom).
D
te vragen 'wanneer' of 'waar'?

Slide 21 - Quiz

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?
A
Fictie is echt gebeurd. Non-fictie is verzonnen.
B
Fictie is verzonnen. Non-fictie is echt gebeurd.

Slide 22 - Quiz

Welke vraag heb je nog
over het vak Nederlands?

Slide 23 - Mind map